Werken aan vertrouwen

nieuws_trust-leap-433x238Een oud gezegde is: Vertrouwen komt te voet en gaat te paard. Klopt het dat het zo moeilijk is om anderen te vertrouwen?

Je zou het denken. Het valt me op dat in Nederland veel geregeld word op basis van wantrouwen. Als ergens is misloopt willen we dat er onderzoek komt en regelgeving om herhaling te voorkomen. Tegelijk ergeren we ons aan dat web van regeltjes, dat ons leven wil bepalen. Toen een paar jaar geleden een popfestival in België getroffen werd door een tornado was er in de Belgische media aandacht voor het verdriet en de troost. Nederlandse media vroegen meteen de eerste dag al, wie de verantwoordelijke was. Kennelijk vinden we het belangrijk dat er een schuldige is. Er moet iemand zijn waar je je boosheid en verdriet aan kunt adresseren, iemand die de schuld op zich neemt, die toegeeft te veel te hebben vertrouwd dat het wel goed zou gaan.

Vertrouwen staat dan voor naïviteit en domheid. Vertrouwen betekent dan onverantwoordelijk zijn.

Toch wil ik vasthouden aan vertrouwen en niet het wantrouwen de baas laten zijn in mijn leven.

Je kunt drie vormen van vertrouwen onderscheiden: naïef, blind en volwassen vertrouwen. Kinderlijk vertrouwen op God, als een vanzelfsprekend aanwezige beschermer, is naïef. Het erodeert snel naarmate de mens meer levenservaring opdoet. Blind vertrouwen is veeleisend: God is verplicht in ruil voor mijn geloof of gebed mij te behoeden voor ziekte en ongeluk. De praktijk van het leven blaast ook deze vorm van vertrouwen weg.

De derde vorm is volwassen vertrouwen. Deze wijze van zich toevertrouwen aan God is gegroeid aan het leven. Volwassen vertrouwen is geen passief afwachten van Gods zorg, maar veronderstelt dat ik verantwoordelijkheid neem voor mijn eigen leven. Het blijft ook rekenen  met de onzekerheid van het leven en erkent het bestaan van toeval. Volwassen vertrouwen houdt het erop dat mijn leven in Gods hand ligt, al weet ik niet waar de scheidslijn ligt tussen mijn eigen verantwoordelijkheid en die van God en waar Gods hand en het toeval aan elkaar grenzen. Volwassen vertrouwen hoopt op Gods zorg voor mij, waarbij ik aanvaard dat ik niet in staat ben te zien hoe Hij van plan is dat te doen. Volwassen vertrouwen houdt ermee op mijzelf te zien als het middelpunt van de wereld waar alles om heen zou moeten draaien. Ik vertrouw erop dat de wijze waarop God de kosmos in zijn hand draagt inclusief het klein detail dat ik ben, goed is. Meer hoef ik niet te weten. Dit volwassen vertrouwen op God, heeft ook ruimte voor vertrouwen in mijn medemensen.

Dietrich Bonhoeffer beschrijft het mooi in zijn geloofsbelijdenis:

Ik geloof
dat God uit alles,
ook uit het slechtste,
iets goeds kan en wil laten ontstaan.
Hier voor heeft Hij mensen nodig
die met alles hun voordeel doen.
Ik geloof
dat God ons in iedere moeilijke situatie
zoveel weerstandsvermogen geeft
als we nodig hebben.
Maar Hij geeft het niet vooraf,
opdat wij niet op onszelf
maar op Hem vertrouwen.
Dit geloof
zou alle angst voor de toekomst
moeten overwinnen.
Ik geloof
dat ook onze fouten en vergissingen
zin hebben
en dat het voor God niet moeilijker is
deze te gebruiken
dan de daden waarvan wij denken dat ze goed zijn.
Ik geloof dat God geen noodlot is buiten de tijd
maar dat Hij wacht op eerlijk bidden
en verantwoord handelen
en hierop antwoord geeft.

Volwassen vertrouwen is zowel vertrouwen op God, als zelf je verantwoording op je nemen. Volwassen vertrouwen kan accepteren dat er in het leven dingen fout gaan, dat je daar niet altijd een schuldige voor kan aanwijzen. Lijden hoort nu eenmaal bij het leven. Vertrouwen is ook kwestie van volhouden.

In een actualiteitenprogramma werd aan de orde gesteld dat leerkrachten te maken hebben met agressieve ouders van hun leerlingen. Het voorstel was dat er een landelijk registratie programma zou moeten komen. En een protocol hoe te handelen. De betreffende staatssecretaris reageerde gelukkig nuchter. Als er sprake is van bedreiging of mishandeling, moet dat bij de politie worden gemeld, die is daarvoor. En ik dacht, zou je dat nu heus niet beter op de school zelf kunnen regelen, dan met regeltjes uit Den Haag? Het lijkt wel of we onszelf niet meer vertrouwen, overal moeten regels voor worden opgesteld door onze regering en als de regeltjes uit Den Haag niet werken, vertrouwen we de regering niet.

Werken aan vertrouwen gaat uit van vertrouwen in jezelf, je eigen verstand, je eigen kracht. Gaat ook uit van betrouwbaarheid van mensen om je heen. Wordt de wereld niet warmer en overzichtelijker als we werken aan vertrouwen met de mensen dicht om ons heen. Werken aan vertrouwen, door elkaar op te zoeken, met elkaar in gesprek te gaan: in je straat, in je familie, in de kerk, op je werk, in de winkels en het ziekenhuis, overal waar mensen elkaar tegenkomen. Werken aan vertrouwen is belangstelling hebben voor de mensen om je heen.

We hebben elkaar immers nodig, als het vandaag niet is, dan komt de dag nog wel. Wij hebben geen overzicht over heel de wereld, maar leven met de mensen die we dagelijks tegenkomen.

Huub Oosterhuis dichtte het lied “Groot is de wereld en lang duurt de tijd, maar klein zijn de voeten die gaan waar geen wegen gaan overal heen.“ Ook als onze voeten klein zijn, zijn we onderweg. In vertrouwen op God mogen we onze wegen gaan. Hij gaat ons voor, draagt ons en beschermt ons.

Gaandeweg werken we aan vertrouwen.

Ds. Marianne Moerland


‘O, maar ik zag niet dat u de dominee bent’

nieuws_dominee-boordje

Op tv zie je het vaak, een wit boordje in een overhemd en je weet dat de drager priester, pastor, dominee is. Op straat zie je ze niet zo veel. De protestantse dominees in Nederland hebben ze nu ook ontdekt.

Ook wij gaan voortaan als we in of buiten de kerk herkenbaar willen zijn als predikant een overhemd met wit-boordje dragen. De witte boordjes dragen we bijvoorbeeld als er gasten in de kerk komen voor een lezing. Maar misschien doen we hem ook wel om als iemand in een ziekenhuis bezoeken. Dat kan de vraag “mevrouw, het is nu geen bezoekuur” wel beantwoorden.

Ook bij het voorgaan in de weeksluitingen in de Blije Borgh en Wielstaete is het niet de gewoonte een toga te dragen, maar is het witte boordje wel passend.

Het witte boordje zal dus niet onze toga vervangen. Ook zullen we niet alle dagen van de week een wit boordje dragen. Het gaat ons om herkenbaarheid.

Verder zien we wel of het ons goed bevalt en wanneer de gelegenheid zich voordoet.

 

Marianne Moerland en Mariska Kloppenburg