Begrijpen


Ze wist niet meer hoe de wereld in elkaar zat, zei ze. Ze was bang dat de interesse een beetje overging. ‘Ik weet niks meer, het is net of ik niet meer leef.’

Ze wist dat ze niet voor het verzorgingshuis had gekozen, maar ze begreep niet hoe het zover gekomen was. Ze wist dat mensen taken hebben, maar ze begreep niet dat dat van haar niet meer verlangd kon worden, dat ze geen baan meer nodig had, maar zorg. Ze wist dat foto’s van kinderverjaardagen met opgetogen gezichtjes betekende dat er visite was, gezelligheid, maar ze begreep niet dat ze er niet meer naartoe kon. Of begreep ze meer dan wij wisten? Begrepen wíj het eigenlijk wel? Kónden wij er eigenlijk wel iets van begrijpen, niet wetende hoe het voelde in haar wereld.

Was u daarom soms zo stil ma? Of was u moe, te moe om te praten misschien? Soms zei u er nog weleens iets over. Soms zei u dat het niet meeviel. Waarom dachten we dan eigenlijk dat u het niet meer begreep. Daarmee was toch alles gezegd?

 

Tineke Vroegindeweij