Preek n.a.v. Mat 11, 25-30
Gemeente van Christus,
Kom allen tot mij, jullie die vermoeid zijn en onder lasten gebukt gaan, Ik zal jullie rust geven. Wat een passende tekst zo aan het begin van de zomervakantie. Een tijd waarin velen van ons behoefte hebben aan een periode van rust en vrijheid, van even helemaal niets moeten en gewoon de dagen aan je voorbij laten gaan in een rustig en kalm tempo. Misschien is vakantie voor u wel het goede moment om actief te worden, om nieuwe ervaringen op te doen. Hoewel ik me ook wel eens heb laten vertellen dat voor sommigen de vakantie juist een buitengewoon stressvolle periode is. Dan moet het allemaal gebeuren, zodat je een goed verhaal hebt als je weer thuiskomt. Om nog maar te zwijgen van diegenen die geen vakantie buitenshuis kunnen vieren en voor wie deze zomermaanden stil en kaal zijn. Over wat voor rust heeft Jezus het hier eigenlijk?
In ieder geval gaat het hier niet over vakantie. Ik denk eerder over leven zonder overbodige ballast en met een last die eenvoudig te dragen is. Een bestaan dat zich kenmerkt door zachtmoedigheid en nederigheid. Nu zijn dat niet de meest favoriete termen in onze maatschappij, maar ik wil er toch graag vanmorgen bij stil staan, omdat ik vermoed dat een lichter leven ook een beter leven zou kunnen zijn.
Jezus is, in het evangelie naar Mattheus, regelmatig in debat met de schriftgeleerden en religieuze leiders van zijn tijd. Het zijn de wijzen en verstandigen van zijn dagen. Maar Jezus’ hoorders zijn anders, zijn gewone mensen, die soms maar amper het hoofd boven water kunnen houden. Jezus vraagt aan de wijzen van zijn dagen: Draagt jullie wijze van leven en geloven bij aan een goed leven voor mensen? Of is er zoveel waaraan zij moeten voldoen, dat ze het gevoel hebben dat het juk op hun schouders bijna net zo zwaar drukt als eerder onder een vreemde machtshebber. Een juk als een slavenjuk, als een manier om mensen onder de duim te houden, om ze het zwijgen op te leggen en van hun vrijheid te beroven. Het juk van de thora was juist bedoeld om lucht, licht en leven te geven, om mensen in vrijheid te doen opademen. Wat is daar van overgebleven?
Ik vermoed dat het beeld herkenbaar is. Hoeveel mensen hebben vandaag niet het gevoel dat ze voortdurend lopen te sjouwen met alles wat moet en kan in dit leven. Al van jongs af aan wordt ons geleerd ons best te doen en onze handen te laten wapperen. Het lijkt soms wel of onze emmertjes die aan het juk bengelen steeds zwaarder worden. We moeten ons best doen op school, op een zo hoog mogelijk niveau uitkomen, we moeten werken en carrière maken, zorgen voor de mensen om ons heen, sporten en gezond eten, zo lang mogelijk zelfstandig blijven wonen met zo weinig mogelijk hulp, een vrijwilligerstaak op ons nemen bij een vereniging of kerk en zorgen dat het thuis gezellig is. We moeten op de hoogte blijven van wat er speelt in de maatschappij en daar zo nu en dan ook nog een mening over hebben. We moeten ons best doen voor het klimaat en als het kan ook voor mensen die het minder hebben dan wij. Allemaal prachtige en belangrijke dingen, niets mis mee, maar als ik het zo opsom word ik er al moe van. Dat kan ik toch nooit allemaal. En voor je het weet loopt je emmertje over en ga je gebukt onder al die verantwoordelijkheden die je leven bepalen. Wat nu.
Kom tot mij. Jezus nodigt mensen uit zijn volgeling te worden. Niet om hen vervolgens nog zwaarder te belasten met alles wat moet, mag en kan, maar om rust te bieden. Zoals de schepping niet uitliep op het hoogtepunt dat we mens noemen, maar op de sabbat, de rustdag. De wereld met al haar leven en arbeid, loopt uit op die dag waar de handen in de schoot mogen worden gelegd, waar er ruimte is voor bezinning, waar we tevreden mogen zijn met wat er is bereikt. Een dag om op adem te komen. Een dag om rust te vinden voor lichaam en ziel.
Ten diepste denk ik dat het gaat om lichter leven. Wat neem je mee op je levensweg en wat laat je los of achter? Waar geef je je energie en enthousiasme aan en wat laat je aan een ander? Als Jezus vertelt hoe het is om als zijn volgeling te leven, vliegt de angst ons soms naar de keel. Kunnen we dat wel allemaal? Lees er de bergrede maar op na, er wordt veel van ons gevraagd. Je vijanden liefhebben, de ander voor laten gaan, vergeven, geduldig zijn, niet bang zijn voor je eigen hachje. Het kan een welhaast ondraaglijke last zijn. Maar is dat de bedoeling? Ik denk het niet. Volgens mij zegt Jezus het heel eenvoudig. Er staat ons weinig meer te doen dan God lief te hebben en je naaste als jezelf. Hoe je dat doet? Jezus geeft er twee woorden aan: zachtmoedig en nederig, want zo is hij zelf. Geen wonder dat omstanders in hem de koning zagen waarvan Zacharia al droomde. Een nederige koning op een ezel.
Nederig vind ik persoonlijk een wat lastig woord. Het wordt te vaak gebruikt om mensen onder de maat te houden. Wees jij maar de minste. Generaties vrouwen hebben het moeten horen, nog meer dan mannen. Onderga het maar, het is niet anders, iemand moet de kleinste zijn. Ik kan me niet voorstellen dat Jezus hiermee volgelingen buiten spel zet. Ik vermoed dat de nederigheid waarover hij spreekt te maken heeft met weerloosheid en kwetsbaarheid. Durf te laten zien dat je het leven niet in de hand hebt. Dat er zaken zijn die groter zijn dan jij, waar je geen invloed of macht over hebt. Die je los moet laten, die je over moet geven. Wees je ervan bewust dat je ten diepste met lege handen in dit leven staat. Met een mooi bijbels woord: dat je leeft van genade, van de liefde die je ontvangt, die je in de schoot wordt geworpen. Het mag ons bescheiden en oprecht maken. Je wordt in de ruimte gesteld. Je mag er zijn, je bent een kind van God, in zijn liefde geborgen.
Zachtmoedig mag je leven. Ik vind dat een prachtig woord. Het verenigt twee op het oog tegengestelde dingen: zachtheid en moed. De moed van de zachtheid. Er gaat een wereld voor ons open. Een wereld van aandacht en zorgvuldigheid, een wereld van ruimte en warmte, een wereld van leven met een rechte rug, maar met ogen die ver kunnen zien. Zachtmoedigheid heeft met vrijheid te maken, met de moed vinden om je plaats in te nemen in dit leven, met alles wat je aan talent hebt ontvangen en wat je mag delen, maar ook met alles wat je aan gebrokenheid en moeite ervaart. Leven met aandacht en bewogenheid voor wie op je weg komt.
Het juk dat Jezus zijn volgelingen oplegt is zacht en licht, is voor ieder mens te dragen. Er wordt van ons niets bovenmenselijks verwacht. We worden uitgenodigd opgericht te leven. Dapper onze plaats in te nemen in deze wereld. Maar we hoeven niet als Atlas te zijn die de hele wereld op zijn rug torst. Draag wat binnen jouw geschonken mogelijkheden ligt. Niet meer, maar ook zeker niet minder. Laat los wat je gebukt doet gaan en wat je gebogen doet gaan. Voel je vrij om je hart te volgen, als het kind dat Banksy de graffitikunstenaar liet verschijnen op een kale muur.
Jezus’ juk is zacht en zijn last is licht. We zijn in staat om als zijn volgelingen een spoor te trekken in deze wereld. In dat spoor zullen we moedig mensen de vrijheid gunnen, laten we ons raken en dragen door de Eeuwige en proberen we er met bewogenheid en aandacht te zijn voor onze naaste.
Maar altijd houden we daar ook het gebed van Franciscus van Assisi voor ogen:
Geef me de moed te veranderen wat ik kan veranderen
Geef me de wijsheid om te accepteren wat ik niet kan veranderen
En geef me het inzicht om het verschil tussen beiden te zien.
Ik wens u een prachtige ontspannen vakantie als u op pad gaat. Ik hoop dat u licht en langzaam zult reizen, met oog voor wat er op uw weg komt.
Voor wie thuis blijven wens ik mensen op je pad, met aandacht en bewogenheid, met zachtmoedigheid en nederigheid, dat het leven licht en rust mag bieden. Amen.