Bijbelkring

‘Geef me het vermogen goede dingen te zien op plaatsen waar ik ze niet verwacht.’

Prediker 11 en 12 hadden we met elkaar gelezen. Over leven in vertrouwen en het piekeren niet de overhand te laten krijgen. Over oog blijven hebben, ondanks alles, voor wat bloeit, voor alles wat wél mooi is.

Ter afsluiting van het Bijbelboek Prediker las Antoinette een gedicht over ouderdom voor, een gedicht dat eeuwen geleden door een onbekende bidder was voorgebeden met onder andere bovenstaande prachtige regel. Toen wist ik dat ik het verhaal zou delen dat ik rond de kerstdagen hoorde bij de podcast, Dick en Daniël geloven het wel, een podcast van het Nederlands Dagblad.

EO-voorzitter Arjan Lock was te gast en vertelde dat hij afgelopen november Oekraïne had bezocht. Hij sprak over wat wij kunnen leren van de mensen die wonen in het door oorlog geteisterde land, over mensen die te midden van de ellende ervoor kiezen om vanuit een gelovig hart gewoon de goede dingen te doen.

Eén moment tijdens zijn verblijf had diepe indruk op hem had gemaakt. Het vond plaats na een nacht gevuld met luchtalarm en een enorme explosie vlakbij zijn onderkomen. Hij kon de slaap niet meer vatten en liep om 06.00 uur in de ochtend zijn appartement uit. Aan de ene kant van de weg zag hij kapot geschoten flats. Hij liep langs de goede flats en zag in de verte een ouder echtpaar lopen. De oude man en de oude vrouw bleven staan. De vrouw pakte een tasje, haalde er wat uit en gaf het aan de man. De man ging door zijn knieën en haalde wat aarde weg. Toen Arjan Lock dichterbij kwam, zag hij dat de man krokusbolletjes in zijn hand had. Verwoesting, kou, natte sneeuw, begin november, ’s morgens 06.30 uur, de oude man stopte krokusbolletjes in de grond…

Toen hij terugliep kreeg Arjan Lock, zo vertelde hij, het beeld van God die kijkt naar de geschonden aarde en met een zachte hand wat aarde weghaalt en daar iets heel kwetsbaars inzet, namelijk Zijn kind. Alsof God zegt: ‘Ik weet wat er op die aarde allemaal gebeurt, wat voor ellende er is, maar Ik plant iets in die aarde, iets dat zal bloeien, dat nieuw leven geeft.’

Tineke Vroegindeweij