Een nieuwe paaskaars. Elk jaar wordt die voor het eerst tijdens de Paasdienst aangestoken, vóórdat wij, blije of verdrietige, overtuigde of twijfelende kerkgangers het evangelie van de opstanding van Jezus gaan horen.
Maar dit jaar werd de paaskaars voor het eerst in de stilte van een lege kerk aangestoken. Een ingrijpend moment voor onze koster. Ook al kunnen we nu geen diensten houden, toch staat de kaars er in de kerk. Als symbool van Jezus Christus die met ons verder wil. Ook door alle onzekerheden van de maanden die ons te wachten staan.
Als Gods licht er niet was, zou het wel heel donker zijn – daar gaat het ook over in Psalm 36. Jezus, het Licht van de wereld verbindt zich met ons. Hij kent het pad, dat vóór ons ligt en Hij leidt ons. Hij weet hoe het is om volledig afhankelijk van God moeilijkheden tegemoet te gaan. Zijn leven in Gods hand leggen, zelfs door de dood heen, uiteindelijk durfde Hij dat aan.
Hij is het, die ook ons, aarzelende gelovigen of oertwijfelaars over de streep trekt. “Ga je mee? Durf je met mij door deze wereld, waar voorlopig alles anders zal gaan?
Door mijn licht zie je genoeg om de volgende stap te kunnen zetten.” 8 Hoe kostbaar is uw liefde, God! In de schaduw van uw vleugels schuilen de mensen, … 10 want bij u is de bron van het leven, door úw licht zien wij licht. (Psalm 36:8 en 10)