Het is rustig in onze straat. Vanuit de studeerkamer, waar mijn bureau voor het open raam staat, geniet ik van de prachtige blauwe lucht, de stil voorbij schuivende schapenwolken, het geluid van de wind in de bomen, de stemmen van spelende kinderen in de verte, een duif die zich koerend verschuilt in de bladeren. Ik houd van de seizoenen en zou nooit ergens willen wonen waar het altijd zomer of winter is.
Toch kan ik me voorstellen dat deze periode voor anderen lastig is. Juist in deze weken, waarin veel activiteiten stilliggen en buurtgenoten met vakantie gaan, kan het te stil zijn voor mensen. Wat fijn dat de kerkdeuren dan gewoon openstaan, dat er koffie is bij de inloop op vrijdagochtend en open huis op (elke tweede) vrijdagmiddag van de maand en dat op zondag gewoon diensten worden gevierd; de kerk gaat nooit met vakantie. Het is weliswaar wat rustiger, maar de kerkdeuren sluiten nooit helemaal. Voor wie nog met vakantie gaan: Heb een ontspannen tijd en kom met mooie verhalen weer thuis. Voor wie thuisblijven of al terug zijn: Vergeet niet even om je heen te kijken, te genieten van de zonnige dagen en oog te hebben voor hen voor wie het in deze periode te stil is. Straks in september, als alles weer volop in bedrijf is, zullen we misschien nog weleens terugverlangen naar die rustige zomerdagen. Ik denk deze dagen altijd aan die prachtige regels van Judith Herzberg. Ze zingen soms zomaar in mijn hoofd en ik kan het dus niet laten ze ook nu met u te delen. Omdat ze zo waar zijn, omdat ze me altijd weer ontroeren, omdat ik geloof in elkaar op handen dragen.
Er is nog zomer
Er is nog zomer en genoeg
wat zou het loodzwaar
tillen zijn wat een gezwoeg
als iedereen niet iedereen
terwille was als iedereen
niet iedereen op handen droeg.
Judith Herzberg (1992)