Het doelloze was er en waarschijnlijk moesten we ook niet proberen het te ontkennen. Er vanaf blijven is vaak de enige manier om leed niet tekort te doen. Maar weten en doen…
‘We begrijpen u wel ma en voor ons bent u belangrijk, maar daarmee kunnen we uw leed niet verzachten.’ Ze knikte lichtjes, haar ogen gingen vluchtig over ons heen. ‘Op de huiskamer bent u er ook voor andere mensen.’ ‘Ja, dat is zo, maar ook al zijn er mensen om je heen, dan nog kun je je leeg en eenzaam voelen.’
Met man en macht probeerde ik haar keer op keer te overtuigen van haar zinvolle bestaan, tot een stemmetje van binnen zei: ‘Waarom doe je dit?, haar gevoel is zo begrijpelijk.’
‘Ik ben jullie tot last geworden. Het leven voelt nu als een must.’ Even aarzelde ik, toen had ik zachtjes gezegd: ‘Dat is het ook ma, ik kan er niets mooiers van maken.’ Ze lachte een bevrijdend lachje. Er welden tranen op. ‘Ik zou dankbaar moeten zijn, ik voel me zo schuldig dat ik het zo leeg vind allemaal.’ Ik had mijn stoel dichterbij geschoven en een arm om haar heen gelegd. Mijn gezicht was dicht bij het hare. ‘Ik denk dat er Eén is die het begrijpt ma. Hij begrijpt ons beter dan dat wij onszelf begrijpen.’ Ze knikte, vol van emotie. ‘Weet u die woorden nog? Hij is voor u om u de weg te wijzen, Hij is achter u om u te steunen, Hij is naast u om met u mee te gaan.’ ‘Wat goed om dat weer eens te horen,’ had ze gezegd, ‘daar moet ik vaker aan denken.’
Later bedacht ik hoe wonderlijk dat ging. Ineens waren de woorden er…
Tineke Vroegindeweij