Digitale 40-dagen kalender

Op 17 februari begint de 40-dagentijd. Een tijd waarin we toeleven naar het paasfeest. Vanouds werd in deze periode gevast en was het dan ook bij uitstek een tijd om extra aandacht te hebben voor je naaste. Ook wij zullen deze weken aandacht geven aan onze naaste, dichtbij en veraf. Samen met ZWO presenteren we elke week een project van kerk in actie. Die projecten zijn verbonden met de zeven werken van barmhartigheid.

Hoe geven wij, anno 2021, deze bezinningstijd vorm? Denken we na over duurzamer leven? Over wat we kunnen doen voor een ander? Durven we zelf een stapje terug te doen om de ander ruimte te bieden? Die werken van barmhartigheid, hoe geven wij die vandaag vorm?

Samen met onze zusterkerk De Ark bieden we gemeenteleden een digitale 40-dagenkalender aan. Een kalender die behulpzaam wil zijn bij de bezinning van deze weken.

Verschillende gemeenteleden uit beide kerken verlenen hun medewerking en zo hopen we ons in deze tijd waarin we minder bij elkaar kunnen zijn, toch verbonden te weten. Ik ben er voor jou!

Elke dag in deze 40-dagentijd krijgt u een mailtje van ons, daarna stopt het vanzelf.

U kunt zich aanmelden via deze link: 40-dagenkalender van De Open Hof

Ds. Antoinette van der Wel (dsavdwel@deopenhof-hia.nl)


Overdenking ds. Van der Wel zondag 7 februari

Preek n.a.v. 2 Kon 4 en Marc 1, 29-39

 

Gemeente van Jezus Christus,

 

Twee prachtige paasverhalen horen we op deze winterse zondag. Verhalen die ons uittillen boven de donkere en sombere dagen en onze blik weer richten op het licht. Verhalen van twee naamloze, sterke vrouwen die ons laten zien hoe het leven is bedoeld. Het zijn gastvrije vrouwen, die hun deuren openstellen voor wie willen schuilen, maar die tegelijkertijd door hun krachtige vasthoudendheid een voorbeeld kunnen zijn voor ons vandaag.

 

Twee prachtige paasverhalen. De vrouw uit het verhaal in Koningen is een voorname vrouw uit Sunem, die letterlijk ruimte maakt voor de profeet Elisa. Grappig vind ik het zoals zij het heft in handen neemt, thuis in haar kleine gezin. Geen spoor van onderdanigheid of volgzaamheid, wat vrouwen in de bijbel zo vaak kenschetst, maar heldere doortastendheid in het hele verhaal. Elisa, die wat klungelig overkomt, weet er eigenlijk niet zo heel goed raad mee. Wat zouden we voor haar kunnen doen, voor wat hoort wat, overlegt hij met zijn hulpje. Een goed woordje bij de koning? Beetje lobbyen bij het gezag? De vrouw lacht het weg. Ik woon te midden van mijn eigen volk. Onafhankelijk als ze is, kiest ze ervoor de profeet gastvrijheid te verlenen en daar hoeft ze niets voor terug te krijgen. Haar gastvrijheid hoeft niet te worden terug betaald. Dan komt Gechazi met de oplossing. Een kind. Elke vrouw in vroeger tijden heeft een zoon nodig om haar identiteit te borgen. Je bent immers altijd de dochter van, de vrouw van of de moeder van. Ook daar reageert ze realistisch op. Haar man verdwijnt in de schaduw van het verhaal.

 

En dan die andere vrouw, uit het evangelie. Ook zij is naamloos en wordt aangeduid als de schoonmoeder van Petrus. Ik zou wel eens willen weten waarom zij met koorts in bed ligt. Ik kan me ook voorstellen dat het een daad van verzet is. Mooi, hoor, die roeping van Petrus, maar wie zorgt er nu voor zijn gezin? Wie zorgt er voor brood op de plank. Prachtig dat hij zijn roeping achterna gaat, maar wat betekent dat nu voor mijn dochter? Verwacht je nu werkelijk dat ik een feestmaal ga aanrichten voor jou en je nieuwe vrienden? Ik krijg het er spaans benauwd van! Hoe moet dat nu verder? Wat zullen de buren wel niet denken?

 

Jezus raakt haar aan en richt haar op. De koorts wijkt. Ze staat op. Alsof het al Pasen is! Gastvrij stelt ze haar huis open en dient Jezus en zijn leerlingen. Het woord dat daar staat voor dienen is niet het gehoorzaam sloven dat van veel vrouwen door de eeuwen heen is verwacht, maar is hetzelfde woord dat gebruikt wordt voor de engelen die Jezus dienen in de woestijn, het gaat om diakonein, de dienst aan de wereld, aan de kwetsbaren. Dienen zoals vandaag nog te horen is in ons woord diaken. De schoonmoeder van Petrus wordt een volgeling, wordt opgewekt tot een leven in dienst van het evangelie. Wat dat inhoudt? Dat zie je meteen als het avond wordt en de sabbat voorbij is. Haar huis wordt een zoete inval voor wie genezing verlangen, voor wie van hun demonen willen worden verlost. Jezus drukt hen op het hart te zwijgen, niet te vertellen wat er hen is overkomen aan genezing en heling. Zijn tijd is nog niet gekomen. Vroeg in de ochtend trekt hij zich terug om te bidden, om te bezinnen, om tot zichzelf te komen. Want overal zijn er mensen die verlangen naar genezing. Enkelen richt hij op en nodigt hen uit in zijn spoor hetzelfde te doen voor mensen op hun weg. Hij raakt hen aan, zodat zij anderen weer liefdevol kunnen aanraken. Een hand uitsteken, de ander op zijn voeten zetten, gastvrij zijn.

 

Terug naar de voorname vrouw uit Sunem. De voorspelde zoon wordt geboren, maar blijkt kwetsbaar. De vader brengt hem bij zijn moeder, hij sterft. Daar neemt zij geen genoegen mee. Ze gaat zelf naar de Godsman. Ontroerend vind ik haar voortvarendheid en haar dappere weigering zich bij het bestaande neer te leggen. Met wat hindernissen verschijnt Elisa uiteindelijk ten tonele. Er volgt een bijna magische scene, waarbij hij de jongen de levensadem inblaast. Het lijkt op het verhaal van die eerste mens, die geboetseerd uit klei pas tot leven komt als hij door God zelf wordt beademd.

 

Twee prachtige paasverhalen. Twee sterke vrouwen die God op hun eigen wijze dienen, die weigeren zichzelf of wie hen liefzijn prijs te geven aan de dood. Die blijven vertrouwen dat er een weg is ook als die lijkt te zijn doodgelopen. Ze leggen zich niet neer bij wat kapot ging en zoeken wegen van leven.

 

Zo wordt het al Pasen aan het begin van het evangelie en daar in die kamer op het dak in Sunem.  Mooi, hoor ik u verzuchten, maar onze ervaringen zijn vaak anders. Wie heeft nog nooit iemand die je lief was verloren aan de dood? Wie is er nog nooit bang geweest dat de nacht maar zou blijven duren en de morgen maar niet komt? Wie heeft nog nooit machteloos met het dekbed over je hoofd gewacht, geroepen, gebeden, maar stuitte op een muur van zwijgen. En waar is God in dit alles? Hoort hij mij? Komt er ooit een morgen waarin ik weer verder kan? Geloven we nog in die nieuwe dag? Dat uiteindelijk het laatste woord zal zijn aan het leven? Aan de toekomst?

 

Ergens wordt een mens aangeraakt. De koorts wijkt, de deuren gaan open voor wie er schuilen wil. Ergens wordt een kind de levensadem ingeblazen, en hij staat op, niest een paar keer en loopt het leven tegemoet. Ergens wordt de nacht verdreven, omdat iemand een lichtje aansteekt en er beschermend de handen omheen houdt. Ergens wordt in de stilte een lied van verlangen gezongen en hier en daar wordt het voorzichtig overgenomen.  Iemand vertelt een verhaal over leven door de dood heen, over hoe na maanden van verdriet er opeens een deur openging, een stem klonk, je werd geroepen. En je staat op, je pakt je spullen bij elkaar, en je laat je meevoeren naar de morgen.

 

Lieve gemeente,

Door de tijden heen, zijn er altijd mensen geweest die opstonden, opgewekt werden, die een spoor trokken in deze wereld. Ze openden hun deuren voor wie gastvrijheid zoeken. Ze slaan een arm om je heen als de kou diep in je botten zit, ze brengen een lichtje mee en verdrijven je nacht. Ze durven je te vertellen dat er leven mogelijk is, ook al lijkt alles je uit handen geslagen. En ergens tintelt het vertrouwen, dat je nergens van God verlaten bent, dat je niet kunt vallen, dan in zijn handen. We kunnen het niet bewijzen, maar soms zien we het heel even. In die ene die weer op haar voeten durfde te staan, in het kind dat opademt, in de vrouw die gastvrij haar deuren opent, in wie nieuwe dienstbare wegen durft te gaan.

 

Het wordt altijd weer Pasen, want Gods liefde is groter dan ons ongeloof en onze onmacht. Door de eeuwen heen hebben mensen ervan getuigt, er is een weg in de woestijn, een pad door de zee, leven te midden van dood. Zo gaan we op weg, elke dag weer verlangend naar de morgen. Zo gaan we op weg, in het kwetsbare vertrouwen dat we wel kunnen vallen, maar nooit zullen vallen uit Gods hand.

Amen.

 

 

 

 


Bruggen bouwen

Aan de rand van Berkel en Rodenrijs verschijnen deze maanden grote bergen zand. Er wordt hard gewerkt aan de nieuwe snelweg. Het was wel even slikken toen de eerste bomen werden gekapt en wat voorheen een rommelige bosje was een kale vlakte werd. Midden op de zandhopen verrees afgelopen week opeens een nieuwe brug en ontstaat er langzaam maar zeker een weg. Toen ik die halve brug zag, vond ik het een treffend teken voor deze maanden van lockdown. Het is niet makkelijk om bij elkaar te komen en naarmate de weken zich aaneen rijgen zal de stilte voor menigeen zwaar vallen.

Tegelijkertijd realiseerde ik me hoe belangrijk juist nu de bruggenbouwers zijn. Mensen die het vermogen hebben twee polen met elkaar te verbinden. Die niet kiezen voor een verdere verwijdering tussen mensen, maar taal zoeken om elkaar te ontmoeten, die zacht en verbindend zijn. Mensen die ook al is de brug nog niet af al een beeld voor ogen hebben hoe de weg er straks uit gaat zien. Die altijd begaanbare paden weten te vinden.

Zou dat misschien onze opdracht kunnen zijn? Bruggenbouwers zijn? Niet alleen in deze rare maanden van lockdown, maar altijd. Mensen die de moed hebben te beweren dat er een weg is in de woestijn en een weg door het water heen? Mensen die geloven in verbinding, in samen optrekken, in zoeken naar licht? Een mens die op ons afkomt, die ons opzoekt, ons aanraakt? Zoals Jezus ons voorleefde. Hij zag mensen, raakte ze aan en liet zich raken.

Ds. Antoinette van der Wel (dsavdwel@deopenhof-hia.nl of telefoon 06-10812631)


Overdenking ds. Van der Wel zondag 17 januari

Gemeente van Jezus Christus,

De zondagen na het kerstfeest kennen vaste lezingen. Die lezingen proberen elk iets te laten zien van wie Jezus is. Er wordt ons iets onthuld, iets duidelijk gemaakt. Zo lazen we na kerst over de magiërs uit het Oosten, wordt op de tweede zondag vaak de doop van Jezus gelezen en op de derde zondag, vanmorgen, altijd het verhaal van de bruiloft te Kana.

Nu kun je zo’n verhaal op velerlei niveaus lezen en dat maakt het juist zo aantrekkelijk. Waarschijnlijk zie je bij de eerste lezing vooral het wonder. Knap om water in wijn te veranderen. Echter, voor je het weet, is Jezus een soort tovenaar geworden die alle natuurwetten tart en daarom dus heel bijzonder is. Toch doen we daarmee het verhaal tekort. Johannes vertelt het immers niet als een spectaculair verhaal. Hij is helemaal niet geïnteresseerd in Jezus als wonderdoener en het verhaal van de bruiloft te Kana zit boordenvol met verwijzingen naar andere verhalen

Helaas zijn er maar enkele mensen in de kerk, anders zou ik een klein testje bijbelkennis willen doen en vragen welke woorden opvallen. Gelukkig hebben een aantal meelezers wel vast hun best gedaan en opvallend is inderdaad dat ze allen wijzen op die diepere verbanden. Ik ga er vanmorgen een paar aan de orde stellen, om daarbij ook wat lijntjes naar ons leven van vandaag te trekken.

Opvallend is dat Johannes niet spreekt over wonderen. Hij noemt wat Jezus doet een teken. Het betekent iets, het verwijst naar iets, het wil onze blik richten op datgene wat buiten ons gezichtsveld ligt. Hij beschrijft Jezus niet als een wonderdokter of tovenaar, maar als een mens van God in ons midden. Jezus laat ons in zijn leven zien wie de Eeuwige is, verbeeldt zijn aangezicht onder ons. Als hij in ons midden is, krijgen gewone dingen een diepere betekenis, verwijzen ze naar het geheim dat we God noemen, wordt ons een blik gegund op hoe het leven is bedoeld. Jezus is niet de zoveelste mannetjesputter die met brood en spelen mensen aan zich bindt, maar eerder degene die het gewone bijzonder maakt. Eerder van het kleine geluk, dan van het omgooien van de wereldorde. Maar misschien is juist dat kleine veel doeltreffender om de wereld te veranderen. Ik werd deze week door een vriendin gewezen op het lied ‘ik geloof’ van Jeroen van Merwijk, gezongen door zijn vrienden, nu hij ernstig ziek is. Een prachtig lied over hoe het kleine het verschil maakt.

Terug naar het verhaal dat veelzeggend begint: op de derde dag. Kijk dan moeten we onze oren spitsen. Want die derde dag is overal in de bijbel een beslissend moment. Zo ging Abraham met Isaak op de derde dag de berg op en liet God zich zien. Op de derde dag openbaarde God zich aan Mozes op de berg Sinaï. Die derde dag is de dag waarop de Eeuwige zijn mensen tegemoet komt, de dag van de ontmoeting.  De evangelist Johannes omsluit het leven van Jezus met die woorden. Zijn eerste zichtbare teken was op de derde dag. Aan het eind van het evangelie is hij op de derde dag verrezen. Zo’n openingsvers is uiteraard niet willekeurig gekozen. Als het erop aan komt, als de beslissing aanstaande is, dan blijkt de Eeuwige nabij, dan wordt Hij een ogenblik zichtbaar! Als het erom spant, als het leven kwetsbaar blijkt, als de wijn op is, dat is het moment waarop God het verschil maakt.

Er is een bruiloft in Kana in Galilea. Bij het woord bruiloft licht de hele bijbel op. We hoorden vanmorgen hoe Jesaja een beeld schetst van de toekomst. Dit laatste gedeelte van Jesaja is geschreven als de bannelingen terug gaan naar Jeruzalem. Bijna ben je geneigd om te zeggen: en ze leefden nog lang en gelukkig. Maar niets is minder waar. Ze komen in een stad die volledig in puin ligt en waar ze door de achterblijvers met enige achterdocht worden bekeken. Maar juist daar op de puinhopen, te midden van gebroken relaties, klinkt het loflied op de liefde van God voor deze stad, voor deze mensen. Ik stel me dan voor hoe ze elkaar vertelden hoe mooi Jeruzalem is, terwijl ze puin ruimden, elkaar leerden kennen en droomden van de morgen. Zoals juist op moeilijke momenten het leven je zo lief kan zijn en je zo kunt genieten van klein geluk.

Er is een bruiloft in Kana in Galilea. Tussen de gasten zien we Jezus’ moeder en zijn net geroepen leerlingen. Dan gebeurt datgene dat iedere gastheer of vrouw het meeste vreest. Er blijkt niet genoeg wijn te zijn. Het feest dreigt als een nachtkaars uit te gaan. Nog maar net waren we blij met de komst van een vaccin, licht aan het eind van de tunnel en nu moeten we nog voorzichtiger zijn. Je bent net afgestudeerd, het leven lacht je toe, maar na ettelijke sollicitaties blijk je nergens welkom. Je bent tot over je oren verliefd, maar hij kiest toch voor een ander. Je hebt net een huis gekocht en dan verlies je je baan. Je kijkt uit naar je pensioen, maar dan wordt je partner ziek. Het leven lacht je toe en dan wordt alles je uit handen geslagen. Wat een feest had moeten zijn, ontaardt in een nachtmerrie.

Maria schiet in de regelstand en Jezus reageert schijnbaar lomp en afwijzend. Wat wilt u van me? Ik vind het altijd opvallend dat Maria zich totaal niet uit het veld laat slaan door die opmerking. Blijkbaar hoort zij niet de afwijzing die wij er vandaag wel in horen. Geweldig vind ik haar reactie. Ze geeft rustig aan de bedienden de opdracht te doen wat Jezus vraagt.

Vul de vaten met water, zegt Jezus, en de bedienden doen wat hij vraagt. Dat is geen klein klusje. Die watervaten zijn ongeveer 100 liter groot. Er staan er zes. Er moet water worden geput of gehaald, dat moet vervolgens in de vaten worden gegoten. Een klus om je mouwen voor op te stropen. Maar zonder morren wordt het gedaan. Als ze vervolgens het water scheppen en aan de ceremoniemeester brengen blijkt het water te smaken als de allerbeste wijn.

Er is geen aandacht voor het hoe van dit teken. Het wordt bijna terloops verteld.  Jezus is uiterst bescheiden aanwezig. Zijn eerste teken is niet het houden van een overweldigende speech, of het in vervoering brengen van een menigte. Rustig en bescheiden redt hij een boerenbruiloft. Als de bruidegom er is kan het feest toch niet verloren gaan!

Water smaakt als de allerbeste wijn. Zoals die ene keer toen je na een lange wandeling met je handen water schepte uit een borrelend stroompje. Of toen je na een lange tijd van zorgen voor het eerst weer eens onbedaarlijk moest lachen. Water smaakt als wijn wanneer we elkaar straks weer gewoon mogen aanraken en onbevangen de hand schudden. Wat zal het slokje wijn bij de tafelviering heerlijk smaken als we na maanden van kerkdiensten voor een scherm weer bij elkaar kunnen zijn in De Open Hof en brood en wijn zullen delen.

Jezus eerste teken laat het ons al zien. Als ik in jullie midden ben smaakt water als de allerbeste wijn. Ons rest niet anders te doen dan wat voorhanden is. Gewoon de watervaten vast vullen, gewoon vast een voorproefje nemen op dat rijk. Doen wat je kan om het leven mooier en beter te maken. Er zijn voor een ander, eenvoudigweg je mouwen opstropen om de vaten te vullen. Water zijn in de woestijn. Ondertussen voeden we met elkaar het vertrouwen dat er altijd weer een derde dag zal zijn. Een dag waarop ons aangedragen water smaakt als de allerbeste wijn. Zoals het lied dat mij deze week werd aangereikt zingt in het refrein:

En met het risico dat ik voor gek wordt versleten
Geloof ik dat alles ooit mooi wordt en goed
Met de moed van de wanhoop en tegen beter weten in
Blijf ik geloven, omdat dat wel moet.[1]

Een bruiloft in Kana was het eerste teken. Het geeft ons het vertrouwen dat er altijd weer een derde dag komt, een dag waarbij de Eeuwige zich laat zien, waarop het licht de nacht verdrijft en we weer het glas mogen heffen: Lechajim, op het leven.

[1] Jeroen van Merwijk, Ik geloof.


Ora et labora

In mijn geboorteplaats stond even buiten de bebouwde kom een boerderij waar met grote witte letters op het rode pannendak stond: “Bid en Werk.” De mensen zeiden van de toenmalige bewoner: “Hij doet geen van beide.” Nimmer werd hij in een kerkdienst gezien en het woonerf maakte nogal een rommelige indruk. Daarom was de conclusie: Hij bidt niet en hij werkt niet.

Veel te voorbarig natuurlijk. In die tijd en in die streek ging men niet altijd even gevoelig met elkaar om. Dit schoot me te binnen toen ik er over nadacht hoe de verhouding tussen bidden en werken eigenlijk moest zijn. In het persoonlijke en het maatschappelijke leven is het, denk ik, zeer belangrijk om het bidden en het werken in de goede verhouding te plaatsen.

In dit verband trof mij een uitspraak van de bekende Amerikaanse dominee Martin Luther King. Hij schreef: “God heeft ons het verstand gegeven om te denken en het lichaam om te werken. Hij zou zijn schepping verloochenen als hij ons toestond door gebed te bereiken wat door werk en intelligentie bereikt kan worden. Het gebed is een wonderbaarlijke aanvulling op onze moeiten, maar is als vervanging daarvan gevaarlijk.”

Dat heeft consequenties, zowel voor ons bidden als voor ons werken. Hopelijk gaan we daar goed mee om en hebben we daar in ons dagelijks leven oog voor.

Uit het boekje Vierkantjes van ds. Bertus van Dalfsen


Bijna kerst : door Ds. Antoinette van der Wel

Voor het eerst in jaren heb ik mijn kerstkrans nog voor de eerste adventszondag al opgehangen aan de voordeur. Ik blijk niet de enige te zijn die al vroeg in december de voorbereidingen treft voor het kerstfeest. Overal om mij heen zie ik lichtjes hangen en de kerstboomverkoop is al volop aan de gang.

Wat is dat toch, dat maakt dat we niet kunnen wachten? Is het ons diepe verlangen naar licht in deze donkere dagen. Naar iets van gezelligheid nu we in het afgelopen jaar zo zijn terug geworpen op onszelf? Natuurlijk zijn we door deze coronacrisis ons meer bewust van de kwetsbaarheid van ons leven. Maar was dat eigenlijk vorig jaar zo heel veel anders?

Dat het leven niet maakbaar blijkt te zijn, is een les die je gaandeweg te leren hebt. In alle periodes waarin zekerheden ons uit handen worden geslagen, daalt het diepe besef in, dat we het leven niet in de hand hebben. Het merkwaardige is daarbij dat juist in de donkere dagen het licht ook zo hartverscheurend mooi kan zijn. Dat licht mogen we deze dagen met elkaar delen, door er in alle eenvoud voor elkaar te zijn, ook en misschien juist in donkere dagen. Zo leven we het kerstfeest tegemoet in het kwetsbare vertrouwen dat in elke nacht, Gods licht zichtbaar kan worden. Straks vieren we het feest dat in de nacht het licht werd geboren, het weerloze licht dat sterker blijkt dan de duisternis.

Ds. Antoinette van der Wel


Geef licht! Het goede leven met elkaar delen door Ds van der Wel.

Een schrift op reis…..

Al maanden lang kunnen we elkaar maar beperkt ontmoeten. Het kerstfeest zal dit jaar heel anders zijn dan we gewend waren. Juist in deze donkere dagen, waarin we verlangen naar licht, naar het kerstkind dat licht is voor de mensen, verlangen we naar een volle kerk, met mooie kerstliederen en lieve mensen om ons heen. Het zal dit jaar helaas anders zijn. Toch willen we met elkaar deze dagen het licht delen, vandaar dit reizende schrift.

Wat maakt in deze vreemde dagen voor ons het leven licht en goed? Hoe geven we dat aan elkaar door?

Misschien valt er binnenkort een schrift in uw brievenbus. Een schrift dat we als een lichtje aan elkaar door willen geven. Wat houdt u gaande? Wat raakt en inspireert u? Wat betekent het kerstfeest voor u?

We nodigen u uit een pagina in dit schrift te vullen met wat licht. Misschien is er een mooi lied of gedicht dat u raakt, misschien een kleine tekening of foto, of gewoon wat gedachten. Geef het schrift vervolgens door aan een ander gemeentelid. Zo geven we stukjes licht aan elkaar door.

We hopen dat velen van u zo het Licht willen delen en in verbondenheid toeleven naar het kerstfeest.

Ds. Antoinette van der Wel (dsavdwel@deopenhof-hia.nl)

 

 


Actie Kerkbalans 2021

In januari volgend jaar houden we weer onze jaarlijkse Actie Kerkbalans. In een korte serie van artikelen in de nieuwsbrieven van deze periode worden een aantal onderwerpen toegelicht.

In deze nieuwsbrief willen wij uw aandacht vragen voor een aantal organisatorische zaken  in verband met de corona maatregelen om besmetting te voorkomen .

Waar wij nu uw aandacht voor vragen is het volgende:

Het bezorgen van de uitnodigingsbrief.

Het is de bedoeling dat in de 2e week van januari de informatie met het toezeggingsformulier voor de Actie Kerkbalans 2021  zoals gewoonlijk bij u thuis bezorgd wordt. Omdat we in coronatijd het aantal fysieke contacten zoveel mogelijk willen beperken, bellen we dit jaar hiervoor niet bij u aan.  De uitnodigingsbrief  wordt bij u in de brievenbus gestopt.

Verschillende mogelijkheden om te reageren:      

  • In principe vragen wij u om zoveel als mogelijk het digitale toezeggingsformulier op de website te gebruiken.
  • Lukt dit niet dan kunt u zelf uw envelop in de brievenbus van de kerk te stoppen, of
  • U kunt uw antwoordenvelop brengen bij degene die de uitnodigingsbrief bij u heeft gebracht.
  • Natuurlijk kunt u uw antwoordenvelop ook nog per post retourneren.

Mocht u onverhoopt helemaal niet de deur uit kunnen dan kunt u altijd degene die uw uitnodiging heeft gebracht even bellen zodat de envelop alsnog bij u opgehaald wordt.

De gegevens van uw bezorger staan op de uitnodigingsenvelop.

Het gebruik van het digitale toezeggingsformulier op deze website heeft uitdrukkelijk onze voorkeur. De bediening is zeer eenvoudig; het werkt precies hetzelfde als het met de hand invullen van het vertrouwde gele formulier wat u elk jaar ontvangt. Bovendien ontvangt u automatisch een bevestigingsmailtje. De VVB-administrateur ontvangt het bericht dat u via de website het toezeggingsformulier heeft ingevuld.

Alvast bedankt voor uw begrip en medewerking!

Namens het College van Kerkrentmeesters,

Jan van Es, VVB-administrateur.

078-6813763, vvb@deopenhof-hia.nl

 


Overdenking kerstmorgen 2020

Gemeente van Jezus Christus,

 

Op de kerstmorgen lezen we traditioneel het openingshoofdstuk van de evangelist Johannes. Voor hem geen voerbak, geen Bethlehem en geen ster. Geen Jozef en Maria op reis en een kind geboren in een stal. Johannes zet een andere toon. Een toon waarin de hele bijbel meeklinkt, waarin vertrouwde woorden met een nieuwe glans worden omgeven. In zijn openingswoorden lichten allerlei plekken in de bijbel op.

 

In het begin was het woord! Ervaren bijbellezers en hoorders, weten meteen waar Johannes op doelt. Want zo klinken de eerste woorden van de Thora. In het begin. Hier wordt de wereld tot leven geroepen. Hier gebeurt iets belangrijks.  In Johannes woorden resoneert Genesis 1, waar de geschiedenis van God en mensen als een klinkende ouverture wordt geopend. In het begin schiep God de hemel en de aarde. Hier begint Hij zijn geschiedenis met mensen. De aarde die nog woest en leeg was, chaotisch en verwarrend, wordt door de Eeuwige tot zijn thuis verklaard. Paal en perk zal hij stellen aan de woeste leegheid die ons bedreigt. De duisternis wordt verdreven en de overspoelende vloed wordt achter de dijk verstopt. Het eerste dat daartoe geschapen wordt is het licht. Er zij licht! En het was er. Licht zodat er onderscheid kan worden gemaakt in die verwarrende chaos, zodat de aarde een thuis kan worden voor allen die haar bewonen.

 

God maakt de aarde tot zijn woonplaats. Waar we hem meestal naar de hemel verbannen, de plaats waar hij in onze ogen thuishoort, maar hij amper macht heeft, kiest Hij ervoor de aarde tot zijn thuis te maken. Hier wil hij blijkbaar vertoeven, op aarde, onder ons. De God van de bijbel staat niet vanop een afstandje te kijken hoe het er in het aardse getob aan toegaat, maar wil van meet af aan in ons midden zijn, onder ons wonen. De bijbel schetst ons een God van nabijheid, die het huis van de aarde tot zijn en ons thuis wil maken.

 

Tegelijkertijd ontkomen we er niet aan dat de bijbel vol is van verhalen waarin die aanwezigheid van God wordt ontkend en verloochent. Blijkbaar hebben we moeite met een god die ons zo dicht op de huid zit. We hechten aan onze zelfstandigheid en onze vrijheid. Telkens weer proberen mensen daarom dat huis tot hun eigen bezit te verklaren en vergeten we dat de aarde ons slechts in bruikleen is gegeven.

 

Als ik soms om me heen kijk en zie hoe de aarde wordt uitgebuit, dan lijkt het of we God al lang van de aarde hebben verbannen. We hebben geen behoefte aan zijn blik en verschuilen ons als hij ons roept. Als ik zie hoe rijkdom slechts voor een klein groepje is weggelegd en wij hier in het westen een veel groter deel van de opbrengst van de aarde gebruiken dan in de rest van de wereld, moet ik met schaamrood op de kaken toegeven dat we ons de aarde al heel lang geleden hebben toegeëigend. Hebben we dan toch het licht in onze macht gekregen? Of al lang geleden verdreven? En was dat aan het begin van onze jaartelling al niet net zo?

 

Johannes opent het evangelie, zijn kerstverhaal, met dit bekende beeld. God maakt de aarde tot zijn thuis, brengt licht in de nacht en roept uit chaos en nacht een bewoonbare wereld tevoorschijn.

 

Het licht schijnt in de duisternis en de duisternis heeft het niet in haar macht gekregen. Onmiddellijk zijn we op vertrouwd terrein gekomen. Dat licht dat in het begin al tevoorschijn werd geroepen, ontmoeten we nu in een mens, een woord, een mens die zijn woorden doet en doet wat hij zegt.

 

Gods huis in de wereld, Gods tabernakel, die eens met het volk meereisde, krijgt gestalte in de man van Nazareth. Het woord is een mens geworden, is aanwezig in onze wereld. Johannes maakt er geen geheim van dat deze mens niet zomaar wordt ontvangen in deze wereld. Blijkbaar is er geen plaats voor hem, is zijn aanwezigheid te moeilijk of te pijnlijk voor ons.

 

Zit hij ons te dicht op de huid? Hebben wij liever een God op afstand? Of kunnen we het niet verdragen dat deze mens een plek heeft op de aarde. Johannes weet, net als wij, hoe het afloopt met Gods licht onder ons. Is het te confronterend om te zien hoe de mens is bedoeld in de gestalte van deze Jezus? Of is het misschien nog meer confronterend om in die gestalte te zien wie God is?

 

Dit jaar vieren we het kerstfeest in kleine kring. Het jaar 2020 werd getekend door een pandemie die heel de wereld op zijn kop heeft gezet. Opnieuw of misschien voor het eerst werd ons duidelijk dat het leven niet maakbaar is en we kwetsbaarder blijken dan gedacht. Toch is hiermee in gelovig perspectief nooit het laatste woord gezegd. Want als het kerstfeest ons iets duidelijk maakt is het de verbondenheid van God met ons mensenkinderen. Hij heeft zich van meet af aan verbonden met mensen, zelfs zodanig dat hij als mens onder ons heeft geleefd. Dat licht kan nooit gedoofd worden. Aan dat licht mogen we ons toevertrouwen, wetende dat we met heel ons leven tot dat licht zijn geroepen. We vieren het kerstfeest met open ogen in de wereld, vol verlangen naar waar het licht zich laat vinden onder ons. Op onze manier zullen we proberen dat licht uit te delen. Hoe? Door in alle eenvoud te volgen in de voetstappen van die ene. Door nabij te zijn als het leven zwaar is om te dragen, door te weigeren de nacht te veel eer te geven, door te blijven zeggen dat deze aarde Gods thuis is. Waar God thuis is, mogen wij thuiskomen. Waar hij zijn licht ontsteekt mogen we ons warmen. Waar hij ons aanraakt met zijn liefde, kunnen we die liefde doorgeven.

 

Lieve gemeente,

Het kerstfeest van 2020 zal voor velen van ons kaler en stiller zijn dan anders. Er zijn lege plekken in ons midden, er is verdriet om wie we missen, pijn om wat verloren ging. We voelen ons beperkt in onze bewegingsvrijheid. Die pijn mag er vandaag gewoon zijn, naast het stille vertrouwen dat God ons niet verlaat, maar misschien juist in die pijn naast ons staat en ons verdriet deelt. We vieren het feest in het vertrouwen dat we thuis mogen zijn in het licht, het licht dat schijnt in de duisternis. De duisternis heeft het niet in zijn macht gekregen. Het herinnert me aan dat kleine gedicht van Hans Andreus:

 

Gelukkig dat

het licht bestaat

 

en dat het met

me doet en praat

 

en dat ik weet

dat ik er vandaan

 

kom, van het licht

of hoe dat heet.[1]

 

Ik wens u goede dagen toe, dagen waarin de stilte uitnodigt tot rust en bezinning, dagen waarin licht kan worden gedeeld, dagen waarin we ons opnieuw toe durven te vertrouwen aan het licht van de Eeuwige. Een licht dat nooit zal doven.

Amen.

[1] Hans Andreus, Of hoe dat heet, Holte van licht, Haarlem 1975


Kinderkerst 2020 – Opgeven kan tot en met zondag 13 december.

Helaas kunnen we vanwege de coronamaatregelen dit jaar geen Kinderkerst organiseren.

Maar kerst is natuurlijk een groot feest in de kerk en dat willen we niet ongemerkt voorbij laten gaan.

Daarom zullen we voor alle gezinnen in de kerk met kinderen in de leeftijd van 0 t/m 12 jaar een leuke kerstbox regelen. We verklappen nog niet alles maar denk aan een leuke kerstactiviteit die je als gezin coronaproof kunt doen.

Omdat we elk jaar ook veel opa’s en oma’s met hun kleinkinderen bij kinderkerst zien, maken we extra boxen. Vindt u het leuk om ook een kerstbox te ontvangen, stuur dan een email naar marijke_kool@yahoo.com. Graag met vermelding van uw naam, adres en met hoeveel kinderen in de leeftijd van 0 t/m 12 jaar u een kerstactiviteit wil doen (max 5 kinderen per box).  Opgeven kan tot en met zondag 13 december.

namens de kinderkerstcommissie, Marijke Kool