Geef vandaag voor de kerk van morgen

De VVB (Vaste Vrijwillige Bijdrage) is de belangrijkste inkomstenpost voor de kerk.

Daarom organiseren we elk jaar in januari de Actie Kerkbalans.

We vragen aan al onze leden om aan te geven wat zijn/haar bijdrage in het komende jaar zal zijn.

Hiervoor kan gebruik gemaakt worden van het digitale toezeggingsformulier op deze site.

Om de kerk in stand te houden zijn we afhankelijk van een bijdrage van iedereen!

 

Namens het College van Kerkrentmeesters,

Jan van Es, vvb-administrateur

vvb@deopenhof-hia.nl


Voorstelling Trio Wilde Eend

Plezier om bij te huilen en verdriet om op te dansen!

De Open Hof opent nieuw seizoen met voorstelling van het Trio Wilde Eend

Zaterdag 16 september 2023 komt het Trio Wilde Eend naar Hendrik Ido Ambacht. Eerder waren zij  in HIA met de  voorstelling De Poppenspeler van Warschau, een indrukwekkend optreden. Op zaterdag 16 september zijn ze in De Open Hof met een vertelconcert dat aansluit bij het nieuwe jaarthema van de landelijke PKN (Protestantse kerk in Nederland):

Ga mee! Samen getuigen van geloof, hoop en liefde

Trio Wilde Eend is een van de weinige ensembles in Nederland die muziek combineert met verteltheater. Het trio speelt niet alleen joodse klezmer en zigeunermuziek, maar o.a. ook (volkse) melodieën uit Roemenië, Hongarije, Rusland, Armenië en verder. Eigen composities en spannende improvisaties geven hun spel nog meer kleur.

 

Trio Wilde Eend werd in 1998 opgericht door Gottfrid van Eck om zijn liefde voor joodse volksverhalen en muziek uit Oost Europa te combineren. Gottfrid vertelt, speelt (bas)klarinet en krijgt muzikaal tegenspel van Jiska ter Bals op viool en Juul Beerda op accordeon. Tezamen staan ze garant voor muzikaal kunst- en vliegwerk. Het trio speelde talloze vertelconcerten en muzikale verhalen voor een enthousiast publiek.

 

Trio Wilde Eend verzorgt optredens op uiteenlopende podia: theaters, kerken, scholen, buurthuizen en zorginstellingen. Ze zijn een graag geziene gast op allerlei festivals en feestelijke gelegenheden. Hun muziek raakt een snaar; ze is plezier om bij te huilen en verdriet om op te dansen!

 

Zaterdag 16 september 20.00 – 22.00 uur

De Open Hof, Schildmanstraat 72A, Hendrik Ido Ambacht

Entree: vrije gift en wat klein geld voor een drankje in de pauze

Leeftijd vanaf 10 jaar

Informatie Jacqueline Meijer, emailadres: meijer.jacqueline@gmail.com

Zaal open 19.30 uur

Trio Wilde Eend

 

 


Preek zondag 9 juli

Preek n.a.v. Mat 11, 25-30

Gemeente van Christus,

Kom allen tot mij, jullie die vermoeid zijn en onder lasten gebukt gaan, Ik zal jullie rust geven. Wat een passende tekst zo aan het begin van de zomervakantie. Een tijd waarin velen van ons behoefte hebben aan een periode van rust en vrijheid, van even helemaal niets moeten en gewoon de dagen aan je voorbij laten gaan in een rustig en kalm tempo. Misschien is vakantie voor u wel het goede moment om actief te worden, om nieuwe ervaringen op te doen. Hoewel ik me ook wel eens heb laten vertellen dat voor sommigen de vakantie juist een buitengewoon stressvolle periode is. Dan moet het allemaal gebeuren, zodat je een goed verhaal hebt als je weer thuiskomt. Om nog maar te zwijgen van diegenen die geen vakantie buitenshuis kunnen vieren en voor wie deze zomermaanden stil en kaal zijn. Over wat voor rust heeft Jezus het hier eigenlijk?

In ieder geval gaat het hier niet over vakantie. Ik denk eerder over leven zonder overbodige ballast en met een last die eenvoudig te dragen is. Een bestaan dat zich kenmerkt door zachtmoedigheid en nederigheid.  Nu zijn dat niet de meest favoriete termen in onze maatschappij, maar ik wil er toch graag vanmorgen bij stil staan, omdat ik vermoed dat een lichter leven ook een beter leven zou kunnen zijn.

Jezus is, in het evangelie naar Mattheus, regelmatig in debat met de schriftgeleerden en religieuze leiders van zijn tijd. Het zijn de wijzen en verstandigen van zijn dagen. Maar Jezus’ hoorders zijn anders, zijn gewone mensen, die soms maar amper het hoofd boven water kunnen houden. Jezus vraagt aan de wijzen van zijn dagen: Draagt jullie wijze van leven en geloven bij aan een goed leven voor mensen? Of is er zoveel waaraan zij moeten voldoen, dat ze het gevoel hebben dat het juk op hun schouders bijna net zo zwaar drukt als eerder onder een vreemde machtshebber. Een juk als een slavenjuk, als een manier om mensen onder de duim te houden, om ze het zwijgen op te leggen en van hun vrijheid te beroven. Het juk van de thora was juist bedoeld om lucht, licht en leven te geven, om mensen in vrijheid te doen opademen. Wat is daar van overgebleven?

Ik vermoed dat het beeld herkenbaar is. Hoeveel mensen hebben vandaag niet het gevoel dat ze voortdurend lopen te sjouwen met alles wat moet en kan in dit leven.  Al van jongs af aan wordt ons geleerd ons best te doen en onze handen te laten wapperen. Het lijkt soms wel of onze emmertjes die aan het juk bengelen steeds zwaarder worden. We moeten ons best doen op school, op een zo hoog mogelijk niveau uitkomen, we moeten werken en carrière maken, zorgen voor de mensen om ons heen, sporten en gezond eten, zo lang mogelijk zelfstandig blijven wonen met zo weinig mogelijk hulp, een vrijwilligerstaak op ons nemen bij een vereniging of kerk en zorgen dat het thuis gezellig is. We moeten op de hoogte blijven van wat er speelt in de maatschappij en daar zo nu en dan ook nog een mening over hebben. We moeten ons best doen voor het klimaat en als het kan ook voor mensen die het minder hebben dan wij. Allemaal prachtige en belangrijke dingen, niets mis mee, maar als ik het zo opsom word ik er al moe van. Dat kan ik toch nooit allemaal. En voor je het weet loopt je emmertje over en ga je gebukt onder al die verantwoordelijkheden die je leven bepalen. Wat nu.

Kom tot mij. Jezus nodigt mensen uit zijn volgeling te worden. Niet om hen vervolgens nog zwaarder te belasten met alles wat moet, mag en kan, maar om rust te bieden. Zoals de schepping niet uitliep op het hoogtepunt dat we mens noemen, maar op de sabbat, de rustdag. De wereld met al haar leven en arbeid, loopt uit op die dag waar de handen in de schoot mogen worden gelegd, waar er ruimte is voor bezinning, waar we tevreden mogen zijn met wat er is bereikt. Een dag om op adem te komen. Een dag om rust te vinden voor lichaam en ziel.

Ten diepste denk ik dat het gaat om lichter leven. Wat neem je mee op je levensweg en wat laat je los of achter? Waar geef je je energie en enthousiasme aan en wat laat je aan een ander? Als Jezus vertelt hoe het is om als zijn volgeling te leven, vliegt de angst ons soms naar de keel. Kunnen we dat wel allemaal? Lees er de bergrede maar op na, er wordt veel van ons gevraagd. Je vijanden liefhebben, de ander voor laten gaan, vergeven, geduldig zijn, niet bang zijn voor je eigen hachje. Het kan een welhaast ondraaglijke last zijn. Maar is dat de bedoeling? Ik denk het niet. Volgens mij zegt Jezus het heel eenvoudig. Er staat ons weinig meer te doen dan God lief te hebben en je naaste als jezelf. Hoe je dat doet? Jezus geeft er twee woorden aan: zachtmoedig en nederig, want zo is hij zelf. Geen wonder dat omstanders in hem de koning zagen waarvan Zacharia al droomde. Een nederige koning op een ezel.

Nederig vind ik persoonlijk een wat lastig woord. Het wordt te vaak gebruikt om mensen onder de maat te houden. Wees jij maar de minste. Generaties vrouwen hebben het moeten horen, nog meer dan mannen. Onderga het maar, het is niet anders, iemand moet de kleinste zijn. Ik kan me niet voorstellen dat Jezus hiermee volgelingen buiten spel zet. Ik vermoed dat de nederigheid waarover hij spreekt te maken heeft met weerloosheid en kwetsbaarheid. Durf te laten zien dat je het leven niet in de hand hebt. Dat er zaken zijn die groter zijn dan jij, waar je geen invloed of macht over hebt. Die je los moet laten, die je over moet geven. Wees je ervan bewust dat je ten diepste met lege handen in dit leven staat. Met een mooi bijbels woord: dat je leeft van genade, van de liefde die je ontvangt, die je in de schoot wordt geworpen. Het mag ons bescheiden en oprecht maken. Je wordt in de ruimte gesteld. Je mag er zijn, je bent een kind van God, in zijn liefde geborgen.

Zachtmoedig mag je leven. Ik vind dat een prachtig woord. Het verenigt twee op het oog tegengestelde dingen: zachtheid en moed. De moed van de zachtheid. Er gaat een wereld voor ons open. Een wereld van aandacht en zorgvuldigheid, een wereld van ruimte en warmte, een wereld van leven met een rechte rug, maar met ogen die ver kunnen zien. Zachtmoedigheid heeft met vrijheid te maken, met de moed vinden om je plaats in te nemen in dit leven, met alles wat je aan talent hebt ontvangen en wat je mag delen, maar ook met alles wat je aan gebrokenheid en moeite ervaart. Leven met aandacht en bewogenheid voor wie op je weg komt.

Het juk dat Jezus zijn volgelingen oplegt is zacht en licht, is voor ieder mens te dragen. Er wordt van ons niets bovenmenselijks verwacht. We worden uitgenodigd opgericht te leven. Dapper onze plaats in te nemen in deze wereld. Maar we hoeven niet als Atlas te zijn die de hele wereld op zijn rug torst. Draag wat binnen jouw geschonken mogelijkheden ligt. Niet meer, maar ook zeker niet minder. Laat los wat je gebukt doet gaan en wat je gebogen doet gaan. Voel je vrij om je hart te volgen, als het kind dat Banksy de graffitikunstenaar liet verschijnen op een kale muur.

Jezus’ juk is zacht en zijn last is licht. We zijn in staat om als zijn volgelingen een spoor te trekken in deze wereld. In dat spoor zullen we moedig mensen de vrijheid gunnen, laten we ons raken en dragen door de Eeuwige en proberen we er met bewogenheid en aandacht te zijn voor onze naaste.

Maar altijd houden we daar ook het gebed van Franciscus van Assisi voor ogen:

Geef me de moed te veranderen wat ik kan veranderen

Geef me de wijsheid om te accepteren wat ik niet kan veranderen

En geef me het inzicht om het verschil tussen beiden te zien.

Ik wens u een prachtige ontspannen vakantie als u op pad gaat. Ik hoop dat u licht en langzaam zult reizen, met oog voor wat er op uw weg komt.

Voor wie thuis blijven wens ik mensen op je pad, met aandacht en bewogenheid, met zachtmoedigheid en nederigheid, dat het leven licht en rust mag bieden. Amen.


Preek zondag 25 juni

Gemeente van Jezus Christus,                       Preek n.a.v. Mat 10, 16-33

Jezus stuurt zijn leerlingen de wijde wereld in. Daar tussen de mensen in zal zijn boodschap gestalte moeten krijgen. Maar die roeping is geen sinecure, want Jezus schetst een scenario wat je al je lust zou kunnen ontnemen om op weg te gaan. Wat is hier aan de hand? Sinds de wolf terug is in Nederland weten we er alles van, als schaap onder de wolven is niet fijn! Het beeld dat hij schetst over hoe gezinnen tegenover elkaar komen te staan, hoe gelovigen gemarteld en vervolgd zullen worden, zou voor menigeen voldoende zijn om een andere weg te kiezen. Waarom dit angstvisioen en wat deed dat met de hoorders?

We moeten ons altijd realiseren dat Mattheus zijn evangelie schrijft na Pasen. Langzaam maar zeker beginnen zich kleine gemeenschappen van volgelingen van Jezus te vormen en die gemeenschappen blijken iets te melden te hebben. Ze zijn anders dan anderen en dat roept soms zomaar weerstand op. In een omgeving waar de keizer God is, worden dwarsliggers niet gepruimd en die eerste christenen waren notoire dwarsliggers! Ze weigerden te buigen voor de keizer en hielden er bijzondere gewoonten op na. Anders zijn dan anderen roept nogal eens weerstand op en dat is zeker aan de orde geweest bij die eerste aanhangers van dat nieuwe geloof. Mensen van de weg worden ze genoemd, atheïsten zelfs, vreemde kostgangers zijn het. Ze kunnen het niet laten de verhalen van Jezus te vertellen en vol vuur te beweren dat hij de Messias is en terug zal komen. Hoe meer ze aan invloed lijken te winnen, hoe meer ze worden bedreigd. Het beeld dat Jezus hier schetst is voor sommigen van hen werkelijkheid geworden. Misschien is het wel het worst case scenario, maar zeker is dat christenen het in die eerste eeuwen absoluut niet gemakkelijk hadden. Maar toch bleven ze spreken, samen komen, hun brood en wijn delen en vrijmoedig vertellen over hun geloof.

Wat is dat toch met mensen in de bijbel die door de Eeuwige worden geroepen? Jeremia klaagt uitgebreid zijn nood. U heeft mij geroepen, ik kon niet weigeren, maar nu ben ik het lachertje van mijn omgeving. En als ik probeer mijn mond te houden, lijkt het wel of de woorden vanzelf opborrelen! Uiteenlopende gevoelens strijden bij Jeremia om voorrang. Hij balanceert tussen angst en vertrouwen. Hij weet zich bedreigd en belaagd, maar tegelijkertijd ook door God gesteund die naast hem staat als een machtig krijgsman. Hij kan niet anders dan spreken, ook al wil hij dat soms helemaal niet. Hij gaat zijn weg over het smalle pad tussen angst en vertrouwen in. Soms wordt hij overmand door angst, dan bloeit het vertrouwen weer op.

Balanceren tussen angst en vertrouwen. Het is een emotie die we vermoedelijk zullen herkennen. Gelukkig worden wij vandaag niet meer om ons geloof vervolgd. Hoogstens wat meewarig aangekeken. We kunnen vrij naar de kerk gaan en niemand kijkt daar vreemd van op. Ik geef toe, daar zit vaak een zekere onverschilligheid onder, maar bedreigd worden we gelukkig niet. Is geloof dan een keurige privézaak geworden? Iets voor achter de voordeur en tot persoonlijke steun? Daar lijkt het niet op als je Jezus’ woorden hoort. Daar staat de gelovige midden in de weerbarstige werkelijkheid van het leven en wordt uitgedaagd daar gestalte te geven aan dat geloof.

En hoe doe je dat vandaag?

Wij leven in een wereld die schijnbaar volledig maakbaar is. Tegelijkertijd kampen mensen met gevoelens van angst en onveiligheid. Komt dat door de onrust in de wereld? De berichten van oorlog en geweld, soms zomaar in onze achtertuin? De vragen rondom klimaatverandering en vervuiling worden dagelijks over ons uitgegoten in journaal en media. En soms is geweld opeens griezelig dichtbij, dragen jonge mensen messen mee naar school, of wordt je comfortabele leventje getroffen door ziekte of dood. Opeens blijkt het niet meer zo vanzelfsprekend dat je controle hebt over het leven, over jouw leven.

Om ons heen klinkt een ander geluid. Zo vaak wordt het ons verteld. Als je goed je best doet, dan kom je er wel. Zorg dat je een goede opleiding hebt, dan kom je ver in dit leven. Als je gezond eet, voldoende beweegt, niet rookt, matig met suiker en alcohol, dan kan je niets gebeuren. Maar diep vanbinnen weten we dat het niet waar is. Natuurlijk is er veel dat je kunt doen om dit leven enigszins te sturen, maar er zijn ook altijd factoren waar je geen invloed op hebt. Het leven haalt soms rare streken met ons uit. En hoe breng je dan  in die wirwar van gevoelens en emoties God ter sprake?

Is Hij degene die het al in handen houdt? Die onze haren heeft geteld? En ons verzekert dat we oneindig veel meer waard zijn dan een paar musjes?

Maar waarom vallen de musjes dan soms zomaar van het dak? En waarom blijkt een mensenkind dan soms zo ongelofelijk kwetsbaar? Ik moest de woorden telkens opnieuw lezen. Er valt er niet één dood neer, buiten jullie Vader om. Jaren heb ik het gelezen als buiten de wil van jullie Vader om, zo werd het ook vaak vertaald. Maar hier staat iets anders. Het luistert nauw.

Letterlijk staat er: zonder jullie vader. Dat verandert voor mijn gevoel de lezing fundamenteel. Want waar je uitgaat van de wil van de vader, haal je meteen een eeuwenlang debat over almacht en uitverkiezing binnen, terwijl als je kijkt wat er staat je iets anders hoort. Niets gebeurt buiten jullie vader om, betekent: hij is erbij, hij is nabij, ook als je valt.

Gemeente, er is een fundamenteel onderscheid tussen wie wij God noemen en datgene dat we bestempelen als lot, noodlot of toeval. Ik weet niet zo heel goed hoe het zit met Gods ingrijpen in deze wereld, ten goede of ten kwade. Ik heb op dit gebied door de jaren heen geleerd er het zwijgen toe te doen. Mensen overkomen de meest vreselijke dingen en het is niet waar dat wie goed doet, goed ontmoet. Gelovigen blijft werkelijk niets bespaard in dit leven. Ze zijn mensen zoals iedereen. Waar is God, dan, hoor ik u zeggen? Doet hij er nog toe?

Wees niet bang, klinkt het in het evangelie. Durf onder ogen te zien dat dit leven niet maakbaar is. Leef vanuit het vertrouwen dat je nergens van God verlaten bent. Er kan je van alles gebeuren, maar je ziel kunnen ze niet doden, zegt Jezus. Datgene dat de kern van je wezen vormt, je persoonlijkheid, wat je tot mens van God maakt, die ziel, kan niet worden stuk gemaakt. Leven vanuit het vertrouwen dat je nergens van God verlaten bent. Dat hij erbij is. Die gedachte schept ruimte en ademruimte. Dat basisvertrouwen mag ons de kracht geven te blijven staan voor de waarden van het koninkrijk. Een wereld waar mensen tot bloei komen, waar aandacht is voor het kleinste musje, waar mensen op waarde worden geschat. Is dat een onzinnig, dom of onwerkelijk naïef geloof? Misschien wel. Of zeg je er ten diepste iets anders mee. Zeg je hiermee dat het kwaad uiteindelijk niet het laatste woord heeft in onze wereld. Dat het goede zal overwinnen, dat uit elke nacht onstuitbaar een nieuwe morgen volgt, dat liefde sterker is dan de dood?

Balancerend tussen angst en vertrouwen zoeken we onze weg in dit leven. Telkens weer worden we uitgenodigd de angst los te laten, de rug toe te keren en ons te richten op het vertrouwen, het vertrouwen dat dit leven in al zijn kwetsbaarheid goed en mooi is en waard om te leven. Het vertrouwen dat we wel kunnen vallen, maar nooit uit Gods hand kunnen vallen. We kunnen het niet bewijzen en de angst dat het een leugen is dragen we altijd met ons mee. Maar soms, heel even, voelen we het, hoe onze val wordt gestuit en we grond onder onze voeten voelen. Zo kunnen we het leven aan, zo kunnen we het verschil maken, zo gaan we onze weg, wat er ook gebeurt.

Amen.


Preek zondag 11 juni

Preek bij Mat 9, 9-13 en Jes. 53

Gemeente van Jezus Christus,

Een kort stukje staat er voor vandaag op het rooster uit Mattheus. Een paar verzen zijn het maar en ik dacht aanvankelijk, wat valt hier nu over te zeggen voor mensen vandaag. Een leerling wordt geroepen, er wordt gegeten en kort gedebatteerd. Bij een eerst oppervlakkige blik wat mager voor de preek. Ik bleef wel onmiddellijk haken bij het citaat uit Hosea[1] dat Jezus gebruikt in het debat: want barmhartigheid wil ik, geen offers. Bij Hosea las ik de uitspraak net even anders: liefde wil ik, geen offers. Toen ik het nog wat nazocht bleek er een heel scala van woorden schuil te gaan achter die vertalingen. Het gaat over liefde, medeleven, mededogen, zachtheid, vriendelijkheid en barmhartigheid. In dat kleine zinnetje klinkt een wereld mee, een wereld van omzien naar de ander, van vertrouwen, hoop, geloof en liefde. Woorden die nabijheid en betrokkenheid uitstralen. Die nabijheid wordt gezocht, gevraagd maar ook geboden door de Eeuwige.

Na de grote feesten, Pasen en Pinksteren, breekt nu een rustige zomertijd aan in de liturgie van de kerk. Het feestelijke wit is vervangen door groen en dat blijft zo tot advent. Nu zou je dat komkommertijd kunnen noemen, maar dat vind ik een nogal negatieve term. Alsof er nu niets meer te vieren en te beleven valt. Misschien is deze tijd wel heel anders bedoeld. Na de grote ervaringen, breekt een tijd van bezinning aan, een tijd om het leven weer op te pakken en in de praktijk te brengen wat we hebben gevierd. Een tijd om te zoeken naar begaanbare wegen. Een tijd om onderweg van elkaar te leren en het brood te breken als levende herinnering aan wie ons voorging. Een tijd waarin we integreren wat we hebben meegemaakt en het een vast deel van ons leven zal worden. Kort samengevat: een tijd om te leren leven als gelovige? Maar hoe doe je dat?

Toen ik zo opnieuw naar de tekst keek, bleek deze nog steeds weliswaar kort, maar juist in die bondigheid ook veelzeggend. Ik til er wat kleine momenten en gedachten uit.

Mattheus de tollenaar wordt geroepen. Dit stukje volgt op het prachtige verhaal van de 4 vrienden die hun verlamde maat bij Jezus brengen en die hem laat opstaan. Bijna achteloos wordt vermeld dat Jezus Mattheus bij zijn tolhuis zag zitten, hem aanspreekt en wonderlijk: Mattheus volgt. Nu zijn tollenaars in Jezus’ dagen niet de meest favoriete mensen. Ze worden gezien als heulend met de bezetter en niet zelden knepen ze de bevolking uit voor eigen gewin. Over Mattheus wordt niet verteld wat voor soort tollenaar hij was en er wordt geen oordeel over hem geveld. Jezus vraagt hem slechts te volgen, en hij staat op en gaat. Een onvoorstelbaar keerpunt in zijn leven, een ommekeer. Hij staat op en gaat. Wij kunnen ons daar waarschijnlijk niet zo veel bij voorstellen. Je leven radicaal omgooien wordt door de meesten van ons als onwaarschijnlijk en onverstandig beschouwd. Maar wat gebeurt er nu eigenlijk? Wat mij opvalt in de tekst is dat Mattheus weliswaar zijn tolhuis achterlaat, maar wel in zijn wereld blijft. Want onmiddellijk daarna wordt verteld dat er tollenaars aan tafel zitten bij Jezus en zijn leerlingen. Zijn oude collegae eten dus mee. Wat voor gesprekken zal dat opgeleverd hebben aan die tafel? Hoe ga jij om met het feit dat je niet gepruimd wordt door de bevolking? Of misschien wisselen ze wel tips uit om zo veel mogelijk te verdienen? Misschien delen ze hun eenzaamheid met elkaar. Het wordt ons niet verteld, maar opvallend is het wel dat Mattheus nog steeds midden in zijn vertrouwde wereld rondgaat, ook al zit hij niet meer in het tolhuis. Geloven is dus geen vlucht uit de wereld, je leeft niet met je rug naar de werkelijkheid toe, maar wordt als het ware midden in die wereld geplaatst. Het gebeurt gewoon, hier in je straat, in je dorp, op de plaats die je thuis noemt. Geloven is geen vlucht uit de werkelijkheid, geen hemelbestorming, geen eind goed al goed en ze leefden nog lang en gelukkig, maar gewoon midden in de wereld je spoor trekken.

Maar hoe doe je dat?

De Farizeeërs veroordelen Jezus vanwege zijn gezelschap, tollenaars en zondaars, gewone mensen die met vallen en opstaan hun hoofd boven water proberen te houden. De vrome Farizeeërs  houden zich verre van deze mensen, met dit volk gaan ze niet om. Die wonen in andere wijken, die leven een ander leven, waar zij zich als religieuze toplaag niet mee ophouden. Er ligt een duidelijke scheidslijn in hun leven, die aangeeft met wie je wel en met wie je niet omgaat. Wereldmijding zou je dat kunnen noemen. Wij zijn niet zoals zij! Wij leven in onze veilige kring van gelijk gestemde zielen en weten hoe we als gelovigen horen te zijn. Het heeft misschien een bepaalde veiligheid, om je te omringen met mensen die zijn zoals jij, maar tegelijkertijd roept het bij mij het beeld op van een burcht. We zitten knusjes bij elkaar, de loopbrug is opgetrokken en de haaien zwemmen in de slotgracht. We zijn onder ons, er kan ons niets gebeuren. Geloven op een eiland van soortgenoten is waarschijnlijk best gemakkelijk, maar ongelofelijk klein. Het beperkt je blik op wat er allemaal te zien is voorbij je vertrouwde horizon.

Jezus geeft zelf antwoord op de vraag die de farizeeërs stellen aan de leerlingen over zijn tafelgezelschap. Gezonde mensen hebben geen dokter nodig, zieken wel. Maar wie zijn hier nu eigenlijk ziek? Wie is de zondaar? Wie de huichelachtige tollenaar? Wie leeft een beperkt leven? Wie heeft oog voor zijn naaste? Jezus kiest voortdurend voor de omgang met hele gewone mensen. Midden in de wereld, midden in de weerbarstige werkelijkheid van goed en kwaad, trekt hij een spoor. Deelt hij brood en wijn met wie daarnaar verlangt. Veroordeelt zijn tafelgenoten niet, maar is ruimhartig in de ontmoeting.

Hij confronteert zijn critici met het eenvoudige vers: barmhartigheid wil ik en geen offers. Hij daagt hen uit daarover na te denken. Wat betekent dat voor jullie? Voor mijn tafelgenoten, voor Mattheus?

Barmhartig leven omdat de Eeuwige barmhartigheid als naam draagt. Zoals we het zo mooi verwoord hoorden in de Jesaja lezing van vanmorgen. Als alles is stuk gelopen en het volk zich voortdurend heeft uitgeleverd aan vreemde goden, klinken die troostrijke woorden: ik heb gezien wat ze deden, maar toch zal ik hen genezen, hen leiden en vertroosting schenken. De Eeuwige kan het niet laten om te zien naar zijn mensen, want barmhartigheid is hem op het lijf geschreven, is zijn identiteit. Dat hele scala van liefde klinkt er in mee: medeleven, aandacht, nabijheid, rechtvaardigheid, vriendelijkheid, zachtheid, barmhartigheid.

Geloven is niet een vlucht uit de wereld, naar een veilig en knus onderkomen, maar is midden in deze wereld gestalte geven aan een leven van barmhartigheid. Is je elke morgen realiseren dat je er mag zijn, als een mens onder Gods zon, als een kind van de Eeuwige.

En dat ongelofelijke besef, delen met wie naast je staat. Gewoon eenvoudigweg je brood breken en doorgeven. De beker rond laten gaan, in het vertrouwen dat iedere daad van barmhartigheid deze wereld mooier kleurt. Geloven heeft te maken met het diepe besef dat we elkaar nodig hebben, als naasten, als mensen die er voor elkaar durven te zijn.

Lieve gemeente, In deze groene tijd mogen we niet alleen ons brood en onze wijn met elkaar delen, maar ook onze liefde, onze zorgzaamheid, onze betrokkenheid op elkaar en op de mensen die op onze weg worden gezet. Leven midden in deze wereld, met open ogen en een open hart. Barmhartig de ander aanzien en onze vooroordelen loslaten. Als we ons niet terug willen trekken in de veilige burcht van ons eigen gelijk, worden we uitgenodigd midden in de wereld te staan, met alles wat we mooi en geweldig vinden, maar ook met alles wat donker en moeilijk is. En daar midden in die wereld aanschuiven aan de tafel, de tafel die wordt bereid voor allen die zich willen toevertrouwen aan die barmhartigheid. Dan is het niet moeilijk om even in te schikken, om te voelen dat we allen leven van Gods liefde. Zijn barmhartigheid mag ons handelsmerk zijn, de grondtoon zetten voor ons leven, midden in de wereld, vandaag en alle dagen die komen.

[1] Hosea 6,6:  Want liefde wil Ik, geen offers.


En weer een kans om met elkaar “aan tafel” te gaan!

Woensdag 19 april gaan we met elkaar nadenken over de dienst van 7 mei. De schriftlezingen horen we van ds. Antoinette en zij zal zorgen voor voedsel voor de geest.

Voor voedsel voor de maag zal ook gezorgd worden.

We gaan om 17.30 uur aan tafel en ronden om 19.30 uur de bijeenkomst af.

U bent van harte uitgenodigd!

De tafel is vol met maximaal 10 personen dus graag van te voren opgeven bij Jacqueline Meijer of in de hal van de kerk.


En weer een kans om met elkaar “aan tafel” te gaan!

Woensdag 15 februari gaan we met elkaar nadenken over de dienst van 5 maart. De schriftlezingen horen we van ds. Antoinette en zij zal zorgen voor voedsel voor de geest.

Voor voedsel voor de maag zal ook gezorgd worden.

We gaan om 18.00 uur aan tafel en ronden om 19.45 uur de bijeenkomst af.

U bent van harte uitgenodigd!

De tafel is vol met maximaal 10 personen dus graag van te voren opgeven bij Jacqueline Meijer,

e-mail meijer.jacqueline@gmail.com of in de hal van de kerk.


Vrijwilligersavond 25 november – toespraak Antoinette

Op 25 november j.l. was een avond georganiseerd om alle vrijwilligers in De Open Hof te bedanken. Aan het begin van de avond opende Ds. Antoinette een presentatie van kerststalletjes, verzameld en nagelaten door Bep van der Velden.

Hieronder de tekst van het toespraakje van Ds. Antoinette.

Lieve mensen van De Open Hof,

Lieve vrijwilligers van De Open Hof.

We zijn blij dat we jullie hier vanavond mogen verwelkomen. Blij om de taken die jullie zichtbaar en onzichtbaar op jullie nemen. Blij om wat het ons als gemeenschap schenkt aan saamhorigheid, aan zorg, aan hartelijkheid, aan lichtjes als het donker is.

Een van onze vrijwilligers was Bep van der Velden. Op allerlei plekken was ze door de jaren heen te vinden en velen van ons hebben haar goed gekend. Bep was daarnaast ook een verzamelaar en nog voor haar dood heeft ze haar verzameling kerststallen aan Ellie van Es gegeven om deze te bewaren voor de Open Hof. Dankbaar laten we ze vandaag zien. Ellie en Anneke maakten er een mooie tentoonstelling van en ik zou u zeker willen aanraden om een dezer dagen op uw gemak langs de stalletjes te lopen en te kijken wat dat met u doet.  Het zijn kleine lichtjes van geloof en vertrouwen die we maar wat graag aan u laten zien.

Als elke vrijwilliger een ster zou zijn, werd het nooit meer donker.  Het is een bekende uitspraak van Loesje en ik kan niet anders dan deze vanavond onderschrijven.

Elke keer weer ben ik verrast als ik zie hoeveel tijd, energie, aandacht en liefde mensen overhebben voor de kerk en voor elkaar. Zonder u zou dit gebouw kil en leeg zijn, zonder u zou de kerk haar hart verliezen. Geloven doe je samen! We hebben elkaar nodig om vertrouwen te leren, om elkaar bij de gelovige les te houden, om elkaar te dragen als het leven pijnlijk en moeilijk is. In de twee jaar dat ik hier predikant mag zijn, heeft het me vaak geraakt. Hoe zoveel mensen op hun eigen wijze een bijdrage leveren. Bovenal heeft het me geraakt dat u hart heeft voor deze gemeenschap, hart voor elkaar. En samen vormen we een bont en levendig gezelschap van zoekers en vinders, van twijfelaars en gelovigen, van voortrekkers en volgers.

Beps lievelingslied was: voor ieder van ons een plaats aan de tafel. Het was belangrijk voor haar dat ze zich niet alleen thuis mocht voelen hier in de kerk, maar ook gewenst, gezien en geliefd. Ten diepste denk ik dat dat kerk is. Mensen die met vallen en opstaan een weg met God durven te gaan en daarbij graag om zich heen kijken naar hun medereizigers, graag met elkaar aan tafel gaan, graag met elkaar het leven delen.

Dat vieren we vandaag in alle vrolijkheid met elkaar, omdat u die ster bent, en u, en u, omdat we samen Gods licht en liefde weerspiegelen.