29-04-14
Van 4 tot 13 maart werden de groothuisbezoeken van dit seizoen gehouden. Op vijf adressen kwamen totaal 50 mensen bij elkaar.
Het gespreksonderwerp was het jaarthema: Geloven met hart en ziel. Dit onderwerp was niet voor iedereen zo gemakkelijk. Op sommige avonden moest men er echt even ínkomen. Toch kunnen we eigenlijk alle avonden geslaagd noemen.
Er waren vier aanzetten tot gesprek op papier gezet:
1. “Toen maakte God, de HEER, de mens. Hij vormde hem uit stof, uit aarde, en blies hem levensadem in de neus. Zo werd de mens een levend wezen.” (Genesis 2:7)
Vraag: Wat geeft jou lucht?
Waar adem jij van op?
Antwoorden waren:
– Vroeger, als ik een compliment kreeg van mijn moeder, nadat we samen een klus hadden gedaan, dat gaf wel lucht.– Als er ruimte komt om los te (kunnen) laten
– Als ik geraakt wordt door een lied, een woord, een gebed,….
– Rustig in de kerk zitten
– Genieten van de natuur
– gezond mogen zijn en van extra jaren die nog gegeven zijn.
2. Lees met elkaar de volgende tekst
“Gij zult mijn leven vol van vreugde maken.
Ik zal mijn weg lichtvoetig verder gaan,
Gij gaat mij voor, Gij maakt voor mij ruim baan.”
(Psalm 32:3, Liedboek voor de kerken)
Vraag: Wat betekent deze tekst voor jou persoonlijk?
Antwoorden waren:
– Hij is mij voorgegaan, heeft ruim baan voor mij gemaakt, de basis van mijn geloof.
– Lichtvoetig; niet zo ingewikkeld doen: er op vertrouwen
– Ik denk aan Israël, de uittocht uit Egypte, de reis door de zee en door de woestijn.
– Het mag een natuurlijk proces zijn
– Niet zozeer door woorden, maar door het voor te leven, te laten zien zoals het hoort
– De gemeenschap van de kerk. Ook in een vreemde kerk ben je met gelijkgezinden.
De tekst uit Psalm 32 riep ook vragen op: Als je een ‘donkere tijd’ doormaakt in je leven, helpt het dan als iemand je op deze tekst wijst? Die zou door ons dan al gauw als ‘te gemakkelijk’ ervaren worden denken we, want in zo’n tijd sta je waarschijnlijk niet echt open voor een tekst die lijkt te zeggen dat het leven heel gemakkelijk wordt. Het zal afhangen van wie de tekst naar voren brengt en op welke manier. Toch kan een van de aanwezigen ook uit eigen ervaring vertellen dat deze en andere teksten wel degelijk grond onder de voeten kunnen zijn, als andere zekerheden zijn weggevallen. Daar zijn we even stil van.
Een belangrijke opmerking was, je moet zelf ook wel ruimte maken (willen maken) om te vertrouwen.
3. Het koninkrijk van God is als een boom…
ik zal een boom zijn
en ik zal de vogel zijn
die in me nestelt
ik zal de grond zijn
waar de boom in wortelt
waar de vogel woont
ik zal de wind zijn
en grond en boom en vogel
eindeloos strelen
en onder de boom zal ik de mens zijn
die dit dromend zal bestaan
J.C. van Schagen
Vraag: Wat zegt de boom jou? Waarin voel jij je geworteld? Voel je je meer een vogel die even neerstrijkt in een boom of zelf als een boom geworteld in de aarde?
Antwoorden waren:
– Met de vragen over de boom en de vogel wisten we bij het lezen van de uitnodiging niet zo goed raad, maar in het gesprek met anderen komen we erachter dat we de vogel associëren met vrijheid maar ook met onzekerheid, beschutting zoeken. De boom associëren we met standvastigheid, zekerheid en steun. Sommigen van ons voelen zich meestal boom, anderen voelen zich meestal vogel, en weer anderen voelen zich vogel terwijl ze eigenlijk best boom zouden willen zijn. Ben je van betekenis voor je medemens, dan voelen we dat als ‘even boom zijn’. Verrassend is dat je contact met anderen kunt zoeken omdat je je een vogel voelt (bescherming zoekt)….en dan juist voor die anderen een boom kan blijken te zijn (beschutting biedt)!
– De boom als metafoor van Gods koninkrijk werd lang niet door iedereen omarmd. Er kwamen vragen: Wat is het koninkrijk van God? Moet het nog komen? Is het maakbaar? Een vaak voorkomende uitdrukking is: het koninkrijk van God moet gedaan worden.
– Andere voelen zich juist aangesproken door het beeld van de boom. Een boom mag geworteld staan, maar tegelijk ook meebuigen met de wind. Je kunt sterk zijn zonder krampachtig te worden.
– Het gedicht riep ook herinneringen op aan wandelingen in het bos, aan tuinieren,
– Het roept ook andere bijbelteksten op, zoals Psalm 1, en Ezechiël 47 waarin wordt verteld van bomen die hun vrucht dragen.
4. Is er een lied waar jouw hart sneller van gaat kloppen?
Op de vraag waren de antwoorden weer heel divers. Daar waren zowel religieuze als niet-religieuze liederen bij. Meestal heeft zo’n ‘favoriet lied’ wel te maken met een bepaalde ervaring in ons leven, waaraan dat bepaalde lied ons steeds weer herinnert.
Concreet werden genoemd:
– Zomaar te gaan 806
– U zij de glorie 634
– Jezus zal heersen waar de zon 871
– Heer, ik kom bij u 891
– Geest van hierboven 675
– O Heer, die onze Vader zijt 836
– Niet als een storm, niet als een vloed 321
Topper is lied 416: ‘Ga met God en Hij zal met je zijn’, het werd op drie avonden gezongen.
Hartelijk dank aan de verslagschrijvers!
ds. Marianne Moerland