Preek zondag 25 juni

Gemeente van Jezus Christus,                       Preek n.a.v. Mat 10, 16-33

Jezus stuurt zijn leerlingen de wijde wereld in. Daar tussen de mensen in zal zijn boodschap gestalte moeten krijgen. Maar die roeping is geen sinecure, want Jezus schetst een scenario wat je al je lust zou kunnen ontnemen om op weg te gaan. Wat is hier aan de hand? Sinds de wolf terug is in Nederland weten we er alles van, als schaap onder de wolven is niet fijn! Het beeld dat hij schetst over hoe gezinnen tegenover elkaar komen te staan, hoe gelovigen gemarteld en vervolgd zullen worden, zou voor menigeen voldoende zijn om een andere weg te kiezen. Waarom dit angstvisioen en wat deed dat met de hoorders?

We moeten ons altijd realiseren dat Mattheus zijn evangelie schrijft na Pasen. Langzaam maar zeker beginnen zich kleine gemeenschappen van volgelingen van Jezus te vormen en die gemeenschappen blijken iets te melden te hebben. Ze zijn anders dan anderen en dat roept soms zomaar weerstand op. In een omgeving waar de keizer God is, worden dwarsliggers niet gepruimd en die eerste christenen waren notoire dwarsliggers! Ze weigerden te buigen voor de keizer en hielden er bijzondere gewoonten op na. Anders zijn dan anderen roept nogal eens weerstand op en dat is zeker aan de orde geweest bij die eerste aanhangers van dat nieuwe geloof. Mensen van de weg worden ze genoemd, atheïsten zelfs, vreemde kostgangers zijn het. Ze kunnen het niet laten de verhalen van Jezus te vertellen en vol vuur te beweren dat hij de Messias is en terug zal komen. Hoe meer ze aan invloed lijken te winnen, hoe meer ze worden bedreigd. Het beeld dat Jezus hier schetst is voor sommigen van hen werkelijkheid geworden. Misschien is het wel het worst case scenario, maar zeker is dat christenen het in die eerste eeuwen absoluut niet gemakkelijk hadden. Maar toch bleven ze spreken, samen komen, hun brood en wijn delen en vrijmoedig vertellen over hun geloof.

Wat is dat toch met mensen in de bijbel die door de Eeuwige worden geroepen? Jeremia klaagt uitgebreid zijn nood. U heeft mij geroepen, ik kon niet weigeren, maar nu ben ik het lachertje van mijn omgeving. En als ik probeer mijn mond te houden, lijkt het wel of de woorden vanzelf opborrelen! Uiteenlopende gevoelens strijden bij Jeremia om voorrang. Hij balanceert tussen angst en vertrouwen. Hij weet zich bedreigd en belaagd, maar tegelijkertijd ook door God gesteund die naast hem staat als een machtig krijgsman. Hij kan niet anders dan spreken, ook al wil hij dat soms helemaal niet. Hij gaat zijn weg over het smalle pad tussen angst en vertrouwen in. Soms wordt hij overmand door angst, dan bloeit het vertrouwen weer op.

Balanceren tussen angst en vertrouwen. Het is een emotie die we vermoedelijk zullen herkennen. Gelukkig worden wij vandaag niet meer om ons geloof vervolgd. Hoogstens wat meewarig aangekeken. We kunnen vrij naar de kerk gaan en niemand kijkt daar vreemd van op. Ik geef toe, daar zit vaak een zekere onverschilligheid onder, maar bedreigd worden we gelukkig niet. Is geloof dan een keurige privézaak geworden? Iets voor achter de voordeur en tot persoonlijke steun? Daar lijkt het niet op als je Jezus’ woorden hoort. Daar staat de gelovige midden in de weerbarstige werkelijkheid van het leven en wordt uitgedaagd daar gestalte te geven aan dat geloof.

En hoe doe je dat vandaag?

Wij leven in een wereld die schijnbaar volledig maakbaar is. Tegelijkertijd kampen mensen met gevoelens van angst en onveiligheid. Komt dat door de onrust in de wereld? De berichten van oorlog en geweld, soms zomaar in onze achtertuin? De vragen rondom klimaatverandering en vervuiling worden dagelijks over ons uitgegoten in journaal en media. En soms is geweld opeens griezelig dichtbij, dragen jonge mensen messen mee naar school, of wordt je comfortabele leventje getroffen door ziekte of dood. Opeens blijkt het niet meer zo vanzelfsprekend dat je controle hebt over het leven, over jouw leven.

Om ons heen klinkt een ander geluid. Zo vaak wordt het ons verteld. Als je goed je best doet, dan kom je er wel. Zorg dat je een goede opleiding hebt, dan kom je ver in dit leven. Als je gezond eet, voldoende beweegt, niet rookt, matig met suiker en alcohol, dan kan je niets gebeuren. Maar diep vanbinnen weten we dat het niet waar is. Natuurlijk is er veel dat je kunt doen om dit leven enigszins te sturen, maar er zijn ook altijd factoren waar je geen invloed op hebt. Het leven haalt soms rare streken met ons uit. En hoe breng je dan  in die wirwar van gevoelens en emoties God ter sprake?

Is Hij degene die het al in handen houdt? Die onze haren heeft geteld? En ons verzekert dat we oneindig veel meer waard zijn dan een paar musjes?

Maar waarom vallen de musjes dan soms zomaar van het dak? En waarom blijkt een mensenkind dan soms zo ongelofelijk kwetsbaar? Ik moest de woorden telkens opnieuw lezen. Er valt er niet één dood neer, buiten jullie Vader om. Jaren heb ik het gelezen als buiten de wil van jullie Vader om, zo werd het ook vaak vertaald. Maar hier staat iets anders. Het luistert nauw.

Letterlijk staat er: zonder jullie vader. Dat verandert voor mijn gevoel de lezing fundamenteel. Want waar je uitgaat van de wil van de vader, haal je meteen een eeuwenlang debat over almacht en uitverkiezing binnen, terwijl als je kijkt wat er staat je iets anders hoort. Niets gebeurt buiten jullie vader om, betekent: hij is erbij, hij is nabij, ook als je valt.

Gemeente, er is een fundamenteel onderscheid tussen wie wij God noemen en datgene dat we bestempelen als lot, noodlot of toeval. Ik weet niet zo heel goed hoe het zit met Gods ingrijpen in deze wereld, ten goede of ten kwade. Ik heb op dit gebied door de jaren heen geleerd er het zwijgen toe te doen. Mensen overkomen de meest vreselijke dingen en het is niet waar dat wie goed doet, goed ontmoet. Gelovigen blijft werkelijk niets bespaard in dit leven. Ze zijn mensen zoals iedereen. Waar is God, dan, hoor ik u zeggen? Doet hij er nog toe?

Wees niet bang, klinkt het in het evangelie. Durf onder ogen te zien dat dit leven niet maakbaar is. Leef vanuit het vertrouwen dat je nergens van God verlaten bent. Er kan je van alles gebeuren, maar je ziel kunnen ze niet doden, zegt Jezus. Datgene dat de kern van je wezen vormt, je persoonlijkheid, wat je tot mens van God maakt, die ziel, kan niet worden stuk gemaakt. Leven vanuit het vertrouwen dat je nergens van God verlaten bent. Dat hij erbij is. Die gedachte schept ruimte en ademruimte. Dat basisvertrouwen mag ons de kracht geven te blijven staan voor de waarden van het koninkrijk. Een wereld waar mensen tot bloei komen, waar aandacht is voor het kleinste musje, waar mensen op waarde worden geschat. Is dat een onzinnig, dom of onwerkelijk naïef geloof? Misschien wel. Of zeg je er ten diepste iets anders mee. Zeg je hiermee dat het kwaad uiteindelijk niet het laatste woord heeft in onze wereld. Dat het goede zal overwinnen, dat uit elke nacht onstuitbaar een nieuwe morgen volgt, dat liefde sterker is dan de dood?

Balancerend tussen angst en vertrouwen zoeken we onze weg in dit leven. Telkens weer worden we uitgenodigd de angst los te laten, de rug toe te keren en ons te richten op het vertrouwen, het vertrouwen dat dit leven in al zijn kwetsbaarheid goed en mooi is en waard om te leven. Het vertrouwen dat we wel kunnen vallen, maar nooit uit Gods hand kunnen vallen. We kunnen het niet bewijzen en de angst dat het een leugen is dragen we altijd met ons mee. Maar soms, heel even, voelen we het, hoe onze val wordt gestuit en we grond onder onze voeten voelen. Zo kunnen we het leven aan, zo kunnen we het verschil maken, zo gaan we onze weg, wat er ook gebeurt.

Amen.


Preek zondag 11 juni

Preek bij Mat 9, 9-13 en Jes. 53

Gemeente van Jezus Christus,

Een kort stukje staat er voor vandaag op het rooster uit Mattheus. Een paar verzen zijn het maar en ik dacht aanvankelijk, wat valt hier nu over te zeggen voor mensen vandaag. Een leerling wordt geroepen, er wordt gegeten en kort gedebatteerd. Bij een eerst oppervlakkige blik wat mager voor de preek. Ik bleef wel onmiddellijk haken bij het citaat uit Hosea[1] dat Jezus gebruikt in het debat: want barmhartigheid wil ik, geen offers. Bij Hosea las ik de uitspraak net even anders: liefde wil ik, geen offers. Toen ik het nog wat nazocht bleek er een heel scala van woorden schuil te gaan achter die vertalingen. Het gaat over liefde, medeleven, mededogen, zachtheid, vriendelijkheid en barmhartigheid. In dat kleine zinnetje klinkt een wereld mee, een wereld van omzien naar de ander, van vertrouwen, hoop, geloof en liefde. Woorden die nabijheid en betrokkenheid uitstralen. Die nabijheid wordt gezocht, gevraagd maar ook geboden door de Eeuwige.

Na de grote feesten, Pasen en Pinksteren, breekt nu een rustige zomertijd aan in de liturgie van de kerk. Het feestelijke wit is vervangen door groen en dat blijft zo tot advent. Nu zou je dat komkommertijd kunnen noemen, maar dat vind ik een nogal negatieve term. Alsof er nu niets meer te vieren en te beleven valt. Misschien is deze tijd wel heel anders bedoeld. Na de grote ervaringen, breekt een tijd van bezinning aan, een tijd om het leven weer op te pakken en in de praktijk te brengen wat we hebben gevierd. Een tijd om te zoeken naar begaanbare wegen. Een tijd om onderweg van elkaar te leren en het brood te breken als levende herinnering aan wie ons voorging. Een tijd waarin we integreren wat we hebben meegemaakt en het een vast deel van ons leven zal worden. Kort samengevat: een tijd om te leren leven als gelovige? Maar hoe doe je dat?

Toen ik zo opnieuw naar de tekst keek, bleek deze nog steeds weliswaar kort, maar juist in die bondigheid ook veelzeggend. Ik til er wat kleine momenten en gedachten uit.

Mattheus de tollenaar wordt geroepen. Dit stukje volgt op het prachtige verhaal van de 4 vrienden die hun verlamde maat bij Jezus brengen en die hem laat opstaan. Bijna achteloos wordt vermeld dat Jezus Mattheus bij zijn tolhuis zag zitten, hem aanspreekt en wonderlijk: Mattheus volgt. Nu zijn tollenaars in Jezus’ dagen niet de meest favoriete mensen. Ze worden gezien als heulend met de bezetter en niet zelden knepen ze de bevolking uit voor eigen gewin. Over Mattheus wordt niet verteld wat voor soort tollenaar hij was en er wordt geen oordeel over hem geveld. Jezus vraagt hem slechts te volgen, en hij staat op en gaat. Een onvoorstelbaar keerpunt in zijn leven, een ommekeer. Hij staat op en gaat. Wij kunnen ons daar waarschijnlijk niet zo veel bij voorstellen. Je leven radicaal omgooien wordt door de meesten van ons als onwaarschijnlijk en onverstandig beschouwd. Maar wat gebeurt er nu eigenlijk? Wat mij opvalt in de tekst is dat Mattheus weliswaar zijn tolhuis achterlaat, maar wel in zijn wereld blijft. Want onmiddellijk daarna wordt verteld dat er tollenaars aan tafel zitten bij Jezus en zijn leerlingen. Zijn oude collegae eten dus mee. Wat voor gesprekken zal dat opgeleverd hebben aan die tafel? Hoe ga jij om met het feit dat je niet gepruimd wordt door de bevolking? Of misschien wisselen ze wel tips uit om zo veel mogelijk te verdienen? Misschien delen ze hun eenzaamheid met elkaar. Het wordt ons niet verteld, maar opvallend is het wel dat Mattheus nog steeds midden in zijn vertrouwde wereld rondgaat, ook al zit hij niet meer in het tolhuis. Geloven is dus geen vlucht uit de wereld, je leeft niet met je rug naar de werkelijkheid toe, maar wordt als het ware midden in die wereld geplaatst. Het gebeurt gewoon, hier in je straat, in je dorp, op de plaats die je thuis noemt. Geloven is geen vlucht uit de werkelijkheid, geen hemelbestorming, geen eind goed al goed en ze leefden nog lang en gelukkig, maar gewoon midden in de wereld je spoor trekken.

Maar hoe doe je dat?

De Farizeeërs veroordelen Jezus vanwege zijn gezelschap, tollenaars en zondaars, gewone mensen die met vallen en opstaan hun hoofd boven water proberen te houden. De vrome Farizeeërs  houden zich verre van deze mensen, met dit volk gaan ze niet om. Die wonen in andere wijken, die leven een ander leven, waar zij zich als religieuze toplaag niet mee ophouden. Er ligt een duidelijke scheidslijn in hun leven, die aangeeft met wie je wel en met wie je niet omgaat. Wereldmijding zou je dat kunnen noemen. Wij zijn niet zoals zij! Wij leven in onze veilige kring van gelijk gestemde zielen en weten hoe we als gelovigen horen te zijn. Het heeft misschien een bepaalde veiligheid, om je te omringen met mensen die zijn zoals jij, maar tegelijkertijd roept het bij mij het beeld op van een burcht. We zitten knusjes bij elkaar, de loopbrug is opgetrokken en de haaien zwemmen in de slotgracht. We zijn onder ons, er kan ons niets gebeuren. Geloven op een eiland van soortgenoten is waarschijnlijk best gemakkelijk, maar ongelofelijk klein. Het beperkt je blik op wat er allemaal te zien is voorbij je vertrouwde horizon.

Jezus geeft zelf antwoord op de vraag die de farizeeërs stellen aan de leerlingen over zijn tafelgezelschap. Gezonde mensen hebben geen dokter nodig, zieken wel. Maar wie zijn hier nu eigenlijk ziek? Wie is de zondaar? Wie de huichelachtige tollenaar? Wie leeft een beperkt leven? Wie heeft oog voor zijn naaste? Jezus kiest voortdurend voor de omgang met hele gewone mensen. Midden in de wereld, midden in de weerbarstige werkelijkheid van goed en kwaad, trekt hij een spoor. Deelt hij brood en wijn met wie daarnaar verlangt. Veroordeelt zijn tafelgenoten niet, maar is ruimhartig in de ontmoeting.

Hij confronteert zijn critici met het eenvoudige vers: barmhartigheid wil ik en geen offers. Hij daagt hen uit daarover na te denken. Wat betekent dat voor jullie? Voor mijn tafelgenoten, voor Mattheus?

Barmhartig leven omdat de Eeuwige barmhartigheid als naam draagt. Zoals we het zo mooi verwoord hoorden in de Jesaja lezing van vanmorgen. Als alles is stuk gelopen en het volk zich voortdurend heeft uitgeleverd aan vreemde goden, klinken die troostrijke woorden: ik heb gezien wat ze deden, maar toch zal ik hen genezen, hen leiden en vertroosting schenken. De Eeuwige kan het niet laten om te zien naar zijn mensen, want barmhartigheid is hem op het lijf geschreven, is zijn identiteit. Dat hele scala van liefde klinkt er in mee: medeleven, aandacht, nabijheid, rechtvaardigheid, vriendelijkheid, zachtheid, barmhartigheid.

Geloven is niet een vlucht uit de wereld, naar een veilig en knus onderkomen, maar is midden in deze wereld gestalte geven aan een leven van barmhartigheid. Is je elke morgen realiseren dat je er mag zijn, als een mens onder Gods zon, als een kind van de Eeuwige.

En dat ongelofelijke besef, delen met wie naast je staat. Gewoon eenvoudigweg je brood breken en doorgeven. De beker rond laten gaan, in het vertrouwen dat iedere daad van barmhartigheid deze wereld mooier kleurt. Geloven heeft te maken met het diepe besef dat we elkaar nodig hebben, als naasten, als mensen die er voor elkaar durven te zijn.

Lieve gemeente, In deze groene tijd mogen we niet alleen ons brood en onze wijn met elkaar delen, maar ook onze liefde, onze zorgzaamheid, onze betrokkenheid op elkaar en op de mensen die op onze weg worden gezet. Leven midden in deze wereld, met open ogen en een open hart. Barmhartig de ander aanzien en onze vooroordelen loslaten. Als we ons niet terug willen trekken in de veilige burcht van ons eigen gelijk, worden we uitgenodigd midden in de wereld te staan, met alles wat we mooi en geweldig vinden, maar ook met alles wat donker en moeilijk is. En daar midden in die wereld aanschuiven aan de tafel, de tafel die wordt bereid voor allen die zich willen toevertrouwen aan die barmhartigheid. Dan is het niet moeilijk om even in te schikken, om te voelen dat we allen leven van Gods liefde. Zijn barmhartigheid mag ons handelsmerk zijn, de grondtoon zetten voor ons leven, midden in de wereld, vandaag en alle dagen die komen.

[1] Hosea 6,6:  Want liefde wil Ik, geen offers.


Open Huis in De Hofkamer, 9 juni: 15.00 uur

Op vrijdag 9 juni is het volgende Open Huis. Dit keer weer met een gezellige maaltijd.

Het wordt een BBQ, verzorgd door Adrie en Bert en Gonda en Teus. De kosten zijn 7,50 euro. U kunt u zich hiervoor opgeven bij Ellie van Es, via de app op onderstaand telefoonnummer of via de mail ellievanes@hotmail.com. Iedereen – jong of ouder – is uiteraard weer van harte welkom. De Hofkamer is open vanaf 15.00 uur. Om 17.00 uur steekt Teus de BBQ aan.

Namens het Open Huis-team, Hans en Ria, Jan en Ellie 06-10 61 63 43


Startweekend op 16 en 17 september

Een nieuw seizoen, nu al?

Volop genietend van het voorjaar en wachtend op de zomer denken we na over het komende kerkelijke seizoen. Wat kan Vorming & Toerusting de gemeente bieden?

Het jaarthema van de landelijke PKN is: Ga mee! Samen getuigen van Geloof, Hoop en Liefde. Tja ……

Wat we nu al van het programma weten, willen we graag alvast met u delen.

Op zaterdag 16 september staat een optreden van het Trio Wilde Eend gepland. Zij gaan door middel van muziek en verhalen het jaarthema bij ons introduceren.

Op zondag 17 september is de startzondag. We beginnen in ieder geval met een feestelijke dienst. En daarna ….?

Voor de organisatie van de activiteiten aan het begin van het nieuwe seizoen zoeken we hulp. Wie vindt het leuk om activiteiten mee te bedenken en te organiseren?

U kunt zich aanmelden bij Jacqueline Meijer (meijer.jacqueline@gmail.com).

 


Trio Wilde Eend, zaterdag 16 september In De Open Hof

Op zaterdag 16 september staat een optreden van het “Trio Wilde Eend” gepland. Zij gaan d.m.v. muziek en verhalen het jaarthema bij ons introduceren.

Op zondag 17 september is de startzondag. We beginnen in ieder geval met een feestelijke dienst. En daarna …. ?

Trio Wilde Eend is een van de weinige ensembles in Nederland die muziek combineert met verteltheater. Het trio speelt niet alleen joodse klezmer en zigeunermuziek, maar ook (volkse) melodieën uit onder andere Roemenië,  Hongarije, Rusland en Armenië. Eigen composities en spannende improvisaties geven hun spel nog meer kleur.

Trio Wilde Eend werd in 1998 opgericht door Gottfrid van Eck om zijn liefde voor joodse volksverhalen en muziek uit Oost-Europa te combineren. Gottfrid vertelt, speelt (bas)klarinet en krijgt muzikaal tegenspel van Tessa Zoutendijk op viool en Juul Beerda op accordeon. Tezamen staan ze garant voor muzikaal kunst- en vliegwerk. Het trio speelde talloze vertelconcerten en muzikale verhalen voor een enthousiast publiek. Hun muziek raakt een snaar; ze is plezier om bij te huilen en verdriet om op te dansen!

 


Bijbelkring

Vrijdagochtend in ‘de keuken’ komen we bij elkaar. We halen bijbels, schuiven met stoelen en zoeken, door Teus voorzien van een kopje koffie of thee, een plekje. We verwelkomen de zon die wazig doorbreekt. De sfeer is goed en vertrouwd. We lezen met elkaar, stellen vragen, luisteren en leren. Vandaag,12 mei, lezen we in Genesis 15, 16 en 17 dat God een verbond sluit met Abram en  hem de belofte doet stamvader te worden van een menigte volken. Op de vraag naar de betekenis van het woord verbond licht Antoinette toe dat dit niet meer, maar zeker ook niet minder betekent dan ‘een mens te zijn naar Gods hart’.

Geloven is veel, zo niet alles, daar komen we keer op keer op uit. Geloven is onderweg zijn, vertrouwen hebben, een mens naar Gods hart zijn, loslaten, fouten durven maken, kwetsbaar durven zijn. In de doorgegeven Bijbelverhalen, verhalen met een lange wordingsgeschiedenis die ons kunnen bemoedigen en uitdagen, herkennen we veel van ons eigen leven; er wordt ons een spiegel voorgehouden aldus Antoinette.

Met het doornemen van de verhalen ontdekken we tegelijkertijd dat veel niet te begrijpen is. Dat we juist dat ‘alles willen begrijpen’ los moeten laten. Dat het voldoende is het vertrouwen vast te houden, het vertrouwen dat God er is, ‘al is het vaak niet op die plekken waar wij Hem verwachten,’ sprak Antoinette. Dat zinnetje trof me het meest deze ochtend. God is meestal niet waar je Hem verwacht. God is bij de slavin Hagar, die Ismaël zou baren, zij wordt gezien. God is bij Lea die minder geliefd was dan Rachel, maar niet minder geliefd is bij God. De Eeuwige is altijd op pad met de kwetsbaren. Met wie is Hij dan eigenlijk niet op pad? Zijn we niet allemaal kwetsbaar, ook zij die zo sterk lijken?

 

Geloven is onderweg zijn, onderweg zijn naar een menswaardige toekomst. Een toekomst waar niet het recht van ‘de sterkste’ geldt, maar waar de regels van God, die van liefde en schoonheid, vrede en gerechtigheid, het leven bepalen.

Tineke Vroegindeweij


Om over na te denken….

Soms lees je een zin en die blijft vervolgens de hele dag door je hoofd gaan. Zo’n zin waarvan je stiekem denkt: had ik die maar geschreven. Zo raak, zo waar, zo mooi. Maar juist die zinnen zijn het waard om bewaard te blijven.

Met de Bijbelkring lezen we deze maanden uit het boek Genesis. Een van de commentaren die ik daarbij ter voorbereiding gebruik, is van Jonathan Sacks (1948-2020). Sacks was opperrabbijn van Groot-Brittannië en lid van het Hogerhuis. Een van de mooiste boeken die ik ooit van hem las is ‘Een gebroken wereld heel maken’. Op YouTube zijn er ook aardig wat beelden van deze inspirerende man te vinden. Bij de voorbereiding over Abraham trof ik deze zin aan:

‘Geloof is het vermogen om te leven met uitstel zonder het vertrouwen in de belofte te verliezen; om teleurstelling te ondergaan zonder de hoop kwijt te raken; om te weten dat het een lange weg is van ideaal naar werkelijkheid maar toch besluiten op weg te gaan.’

Ik moest hem een paar keer lezen om de inhoud goed tot me door te laten dringen en dat bleek ook het geval te zijn bij de deelnemers van de Bijbelkring. Ze vroegen mij deze zin in de nieuwsbrief op te nemen. Het is een zin als een geschenk, vooral omdat het zo herkenbaar is. Het onderweg zijn, het leven soms als een woestijn, zonder helder beeld hoe het verder moet, onzeker, kwetsbaar en soms ronduit teleurstellend. Hoe blijf je dan gaande? Misschien wel heel eenvoudig zo: stapje voor stapje op weg gaan, het uithouden op de moeilijke dagen, elkaar onderweg bemoedigen en samen de belofte helder houden. Misschien is dat ook wel het hart van het gemeente zijn, van kerk zijn. Elkaar bewaren bij de belofte dat de Eeuwige een weg met ons gaat en dat die weg goed is, omdat we hem samen gaan. En dan onderweg steeds weer de verhalen aan elkaar vertellen, de verhalen van een wereld vol vrede en gerechtigheid en van mensen die met vallen en opstaan op weg gaan.

Ds. Antoinette van der Wel (dsavdwel@deopenhof-hia.nl en telefoon 06-10 81 26 31)


Lintje voor gemeentelid Ria Kool

Nietsvermoedend meldde Ria Kool zich op 26 april jl. op het gemeentehuis voor een zgn. afspraak met de wethouder over de verbinding kerk en gemeente.

De verrassing was compleet toen Ria  in de raadszaal een fors aantal bekenden zag en het duidelijk werd dat zij samen met nog drie andere inwoners van ons dorp werd benoemd tot Lid in de Orde van Oranje Nassau. In de toespraak van burgemeester Jan Heijkoop werd  ingegaan op de verdienste van Ria voor de Ambachtse samenleving.  Het aantal en de diversiteit van vrijwilligerswerkzaamheden in De Open Hof noemde hij indrukwekkend . Tevens noemde hij haar activiteiten die een verbinding leggen tussen kerk en maatschappij en roemde  haar tomeloze inzet in de politiek voor minderbedeelden.

Hierna beschreef Chris Meijer in zijn toespraak de concrete activiteiten die Ria heeft verricht in onze kerk zoals o.a. ouderling, voorzitter vorming en toerusting, lid beroepingscommissie predikant, organisatie zaterdagavondcafé, groene kerk, startweek, kinderkerstfeest en schoonmaakactie wijk.

Dat het de koning heeft behaagd om Ria de koninklijke onderscheiding toe te kennen heeft ons niet verrast. Zeer verdiend en van harte gefeliciteerd.

Ad Dogger


18-plussers bijeenkomst, 22 mei 20.00 uur

Om de andere week komen we met een groep 18-plussers samen in De Ark. We bespreken daar thema’s die de jongeren zelf hebben aangedragen. Piet van Veldhuizen en ik leiden deze groep. Soms zijn we er allebei, soms wisselen we elkaar af. De volgende keer is op maandag 22 mei. We starten om 20.00 uur.